Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
16.2 Gezagsbeëindiging
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2024
- Bronpublicatie:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 30836 (uitgifte: 30-09-2024, regelingnummer: WBV 2024/20)
- Inwerkingtreding
01-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 30836 (uitgifte: 30-09-2024, regelingnummer: WBV 2024/20)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND verleent op grond van artikel 3.51, vierde lid, Vb jo artikel 3.24aa, tweede lid, aanhef en onder j, VV op aanvraag of ambtshalve op grond van artikel 3.6b Vb een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’ aan een minderjarige vreemdeling als:
- 1.
Het gezag van de ouder(s) over de minderjarige vreemdeling is beëindigd door de kinderrechter; én
- 2.
De minderjarige vreemdeling niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op enige andere grond dan in deze paragraaf genoemd.