Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
16.1 Inleiding
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2019
- Bronpublicatie:
24-09-2019, Stcrt. 2019, 52982 (uitgifte: 30-09-2019, regelingnummer: WBV 2019/16)
- Inwerkingtreding
01-10-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2019, Stcrt. 2019, 52982 (uitgifte: 30-09-2019, regelingnummer: WBV 2019/16)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Deze paragraaf bevat de beleidsregels voor vergunningverlening op niet-tijdelijke humanitaire gronden aan minderjarige vreemdelingen (en hun gezinsleden):
- 1.
Als het gezag van de ouder(s) over hen is beëindigd en een voogd is benoemd (zie paragraaf B9/16.2 tot en met 16.4 Vc); dan wel
- 2.
Als zij gedurende één jaar in het bezit zijn geweest van een verblijfsvergunning humanitair tijdelijk op grond van artikel 3.48, tweede lid, aanhef en onder b, Vb jo artikel 3.24aa, eerste lid, aanhef en onder f, VV (zie paragraaf B9/16.5 en 16.6Vc).