Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
2.8 Bijzondere procedurele bepalingen bij een aanzienlijke toename van het aantal asielaanvragen
Geldend
Geldend vanaf 25-06-2021
- Bronpublicatie:
21-05-2021, Stcrt. 2021, 28439 (uitgifte: 04-06-2021, regelingnummer: WBV 2021/7)
- Inwerkingtreding
25-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2021, Stcrt. 2021, 28439 (uitgifte: 04-06-2021, regelingnummer: WBV 2021/7)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
2.8.1. De procedure bij voorzienbare inwilliging
Indien Onze Minister vanwege een aanzienlijke toename van het aantal asielaanvragen heeft besloten dat artikel 3.123a Vb van toepassing is, gelden er bijzondere procedurele bepalingen welke het mogelijk maken in een vereenvoudigde procedure als omschreven in artikel 3.123b Vb een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. De Minister zal in dat verband bepalen op welke nationaliteit(en) of groepen vreemdelingen deze procedure zoals beschreven in artikel 3.123b Vb toeziet.
De asielaanvraag kan slechts volgens deze procedure worden behandeld indien de vreemdeling (echte en onvervalste) identiteits- en/of nationaliteitsdocumenten heeft overgelegd en de IND ook overigens geen reden heeft te twijfelen aan diens identiteit en/of nationaliteit.
Wanneer er aanwijzingen zijn dat de vreemdeling tot deze doelgroep (artikel 3.123b Vb) behoort, en de algemene asielprocedure op dat moment nog niet met een nader gehoor is aangevangen, wordt de aanvraag in de procedure zoals beschreven in artikel 3.123b Vb behandeld. De IND verstrekt aan de vreemdeling de informatiebrochure ‘De vereenvoudigde asielprocedure: voorzienbare inwilliging’.
Indien de IND op enig moment gedurende de procedure toch twijfelt aan de gestelde identiteit, nationaliteit en/of herkomst, dan wordt de aanvraag verder behandeld in de bijzondere vervolgprocedure (zie paragraaf C1/2.8.2Vc).
Paragraaf C1/2.13 Vc onder Het geven van de beschikking is van overeenkomstige toepassing.
Wanneer de aanvraag is ingewilligd in de procedure als beschreven in artikel 3.123b Vb en de vreemdeling in die procedure niet is bijgestaan door een rechtshulpverlener, zullen eventuele fouten, onvolkomenheden of misverstanden in het rapport van gehoor die daardoor in eerste instantie onopgemerkt waren gebleven, niet in een vervolgprocedure worden tegengeworpen. Bij vervolgprocedures wordt met name gedacht aan procedures inzake nareis en intrekking van de verleende vergunning.
De vreemdeling moet onderbouwen dat discrepanties tussen zijn verklaringen in de vervolgprocedure en het eerdere rapport van gehoor het gevolg zijn van fouten, onvolkomenheden of misverstanden in het rapport van gehoor en dat daarvoor verschoonbare redenen zijn. De IND neemt minder snel aan dat sprake is van geloofwaardige verschoonbare redenen, als het aspecten betreft waarover de vreemdeling tijdens de eerdere asielprocedure uitgebreid en consistent heeft verklaard.
2.8.2. Bijzondere vervolgprocedure
Indien de vreemdeling valt onder de doelgroep van artikel 3.123a Vb en de in artikel 3.123b Vb beschreven procedure niet gevolgd of vervolgd kan worden omdat nader onderzoek naar de identiteit, nationaliteit of het behoren tot een bepaalde groep noodzakelijk is, wordt de procedure gevolgd zoals beschreven in artikel 3.123c Vb.
Nader onderzoek naar de identiteit, nationaliteit en/of het behoren tot een bepaalde groep is noodzakelijk indien:
- •
de vreemdeling geen of onvoldoende documenten ter staving van zijn identiteit, nationaliteit of herkomst heeft overgelegd; of
- •
de vreemdeling onjuiste documenten ter staving van zijn identiteit, nationaliteit of herkomst heeft overgelegd; of
- •
de IND andere redenen heeft om te twijfelen aan de door de vreemdeling gestelde identiteit, nationaliteit en/of herkomst.
Wanneer er aanwijzingen zijn dat de vreemdeling tot deze doelgroep behoort (artikel 3.123c Vb), en de algemene asielprocedure op dat moment nog niet met een nader gehoor is aangevangen, wordt de aanvraag in de procedure zoals beschreven in de artikelen 3.123c Vb behandeld. De IND verstrekt aan de vreemdeling de informatiebrochure ‘De vereenvoudigde asielprocedure: bijzondere vervolgprocedure’.
Paragraaf C1/2.12 Vc onder Uitstel voor het indienen van de zienswijze is van toepassing.
Paragraaf C1/2.13 Vc onder Het geven van de beschikking is van overeenkomstige toepassing.