Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
2.2 De rust- en voorbereidingstermijn
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2023
- Bronpublicatie:
25-09-2023, Stcrt. 2023, 26470 (uitgifte: 29-09-2023, regelingnummer: WBV 2023/22)
- Inwerkingtreding
01-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stcrt. 2023, 26470 (uitgifte: 29-09-2023, regelingnummer: WBV 2023/22)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
In artikel 3.109 Vb is de rust- en voorbereidingstermijn beschreven. De rust- en voorbereidingstermijn start op de dag volgend op het einde van de aanmeldfase.
De IND verstrekt tijdens de rust- en voorbereidingstermijn aan de vreemdeling een W-document, als bedoeld in artikel 4.21 Vb.
Uitzonderingen op de rust- en voorbereidingstermijn
De rust- en voorbereidingstermijn van een vreemdeling stopt als de vreemdeling op grond van de artikelen 3.109, zesde lid; 3.109b, tweede lid; 3.109c, eerste lid; of artikel 3.109ca, eerste lid, Vb, niet (meer) in aanmerking komt of wenst te komen voor de rust- en voorbereidingstermijn. De IND start de algemene asielprocedure van de vreemdeling zo snel mogelijk als de vreemdeling niet (meer) in aanmerking komt voor de rust en voorbereidingstermijn.
Op grond van artikel 3.109, zesde lid, Vb komt een vreemdeling onder andere niet in aanmerking voor de rust- en voorbereidingstermijn als de vreemdeling:
- a.
een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid;
- b.
overlast veroorzaakt in een opvangvoorziening of in de omgeving daarvan;
- c.
rechtens de vrijheid is ontnomen op grond van artikel 59b Vw dan wel op grond van een niet-vreemdelingrechtelijke titel;
- d.
niet naar waarheid gegevens heeft verstrekt over zijn identiteit, nationaliteit, herkomst of etniciteit en het vermoeden bestaat dat de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd mede daarom kan worden afgewezen.
Ad a.
De IND beslist of een vreemdeling die te kennen heeft gegeven een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in te willen dienen een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid. Voor de beoordeling of de vreemdeling in deze gevallen een gevaar vormt voor de openbare orde, wordt aangesloten bij de artikelen 3.77, eerste lid, aanhef en onder c; 3.78 Vb en bij paragraaf B1/4.4 Vc. De veroordeling hoeft niet onherroepelijk te zijn. Voor de beoordeling of de vreemdeling een gevaar vormt voor de nationale veiligheid wordt verwezen naar paragraaf B1/4.4 Vc.
Ad b.
Er is in ieder geval sprake van overlast, als bedoeld in 3.109, zesde lid, aanhef en onder b, Vb als de vreemdeling:
- •
andere vreemdelingen die in de opvangvoorziening of het aanmeldcentrum verblijven lastigvalt, of ruzie met hen maakt;
- •
de medewerkers in de opvangvoorziening of het aanmeldcentrum lastigvalt, of ruzie met hen maakt;
- •
een niet hanteerbaar verslavingsprobleem heeft;
- •
een niet hanteerbaar psychiatrisch probleem heeft;
- •
personen of bedrijven lastigvalt of ruzie met hen maakt in de omgeving van de opvangvoorziening (waaronder ook het openbaar vervoer) of het aanmeldcentrum.
- •
strafbare feiten pleegt in de opvangvoorziening, het aanmeldcentrum of in de omgeving van het aanmeldcentrum.
Ad c.
Een vreemdeling komt niet in aanmerking voor de rust- en voorbereidingstermijn ingeval de vreemdeling:
- •
tijdens zijn strafrechtelijke detentie te kennen geeft een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in te willen dienen;
- •
na het indienen van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op strafrechtelijke gronden de vrijheid wordt ontnomen;
- •
de vrijheid is ontnomen ter fine van uit- of overlevering;
- •
onder verantwoordelijkheid van de in Nederland gevestigde Internationale Hoven en Tribunalen valt en van wie de vrijheid is ontnomen;
- •
de toegang tot Nederland is geweigerd en op strafrechtelijke gronden de vrijheid is ontnomen;
Ook de vreemdeling wiens asielaanvraag in vreemdelingenbewaring wordt afgehandeld, komt niet in aanmerking voor de rust- en voorbereidingstermijn.
Ad d.
Het betreft vreemdelingen die bij de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd onjuiste informatie of valse dan wel vervalste documenten met betrekking tot hun identiteit, nationaliteit, herkomst of etniciteit hebben verstrekt. Ook betreft het vreemdelingen die informatie of documenten hebben achtergehouden of vernietigd welke informatie of documenten een negatieve invloed op de beslissing op de aanvraag zouden hebben gehad.
De grensprocedure en lastminuteaanvragen kennen afwijkende regels, die beschreven worden in de paragrafen C1/2.5 en C1/2.9 Vc.
Leeftijdsonderzoek
De IND biedt een alleenstaande minderjarige vreemdeling uitsluitend een leeftijdsonderzoek als bedoeld in artikel 3.109d, tweede lid Vb aan als:
- –
de vreemdeling zijn gestelde minderjarigheid niet met bewijsmiddelen kan aantonen;
- –
de vreemdeling zijn gestelde minderjarigheid niet anderszins aannemelijk kan maken;
- –
de uitslag relevant is voor het onderzoek naar welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, of voor de vraag of een alleenstaande minderjarige vreemdeling in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel of regulier voor bepaalde tijd of opvangvoorzieningen van het COA; en
- –
uit de leeftijdsschouw niet blijkt dat de vreemdeling evident meerderjarig- of minderjarig is.
Bij het leeftijdsonderzoek worden röntgenopnamen gemaakt van de groeischijven in het hand/polsgebied en van de sleutelbeenderen. Vervolgens wordt door een arts bepaald of de mate van uitrijping van deze groeischijven past bij de door de vreemdeling opgegeven leeftijd. De uitslag van het leeftijdsonderzoek levert een bewijsmiddel op waarmee de vreemdeling zijn gestelde minderjarigheid kan aantonen.
Het leeftijdsonderzoek kan tijdens of na de rust- en voorbereidingstermijn worden aangeboden en uitgevoerd.
Voorlichting
VluchtelingenWerk Nederland verzorgt:
- •
de voorlichting van de vreemdeling over het vervolg van de asielprocedure, als bedoeld in artikel 3.109, vierde lid, Vb; en
- •
de verstrekking aan de vreemdeling van de informatie als bedoeld in artikel 3.108c, tweede lid, Vb, voor zover deze informatie niet al in een eerder stadium aan de vreemdeling is verstrekt.
Bijstand en voorbereiding door een rechtsbijstandverlener
De rechtsbijstandverlener van de vreemdeling zorgt voor de voorbereiding op de asielprocedure als bedoeld in artikel 3.109, vierde lid, Vb. Deze voorbereiding vindt plaats in het kantoor van de rechtsbijstandverlener. De rechtsbijstandverlener en de vreemdeling kunnen hierover andere afspraken maken.
Het COA verstrekt aan de vreemdelingen vervoersbewijzen en een routebeschrijving naar het kantoor van de rechtsbijstandverlener.
Wanneer de rust- en voorbereidingstermijn wordt onthouden, vindt de voorbereiding door een rechtsbijstandverlener plaats op een passend moment voorafgaand aan het nader gehoor.
Medisch advies
De vreemdeling ontvangt tijdens de rust- en voorbereidingstermijn op grond van artikel 3.109 vijfde lid, Vb een uitnodiging voor een medisch advies. Wanneer daartoe naar het oordeel van de IND aanleiding bestaat, kan de IND ook een medisch advies aanbieden in die gevallen waarin de rust- en voorbereidingstermijn wordt onthouden op grond van artikel 3.109, zesde lid, Vb. Dit kan bijvoorbeeld wanneer uit het aanmeldgehoor of uit andere relevante informatie blijkt dat sprake is van dusdanige (medische) problematiek dat een medisch advies noodzakelijk wordt geacht voordat het nader gehoor wordt afgenomen. Deelname aan het medisch advies is vrijwillig. De vreemdeling verleent schriftelijk toestemming voor deelname aan het medisch advies.
Het medisch advies maakt onderdeel uit van de beoordeling door de IND van de vraag of de vreemdeling bijzondere procedurele waarborgen nodig heeft als bedoeld in artikel 24 van de Procedurerichtlijn (zie artikel 3.108b Vb).
De IND bepaalt op welke wijze passende steun als bedoeld in artikel 3.108b Vb wordt geboden en op welke wijze rekening gehouden wordt met de conclusies uit het medisch advies. Op grond van de inhoud van het medisch advies zijn in ieder geval de volgende situaties mogelijk:
- •
er is geen bijzondere actie noodzakelijk (de algemene asielprocedure kan starten);
- •
het nader gehoor van de vreemdeling vindt niet plaats in de algemene asielprocedure (zie paragraaf C1/2.3 Vc);
- •
de start van de algemene asielprocedure wordt uitgesteld;
- •
de IND treft bijzondere voorzieningen tijdens het nader gehoor in de algemene asielprocedure (zie paragraaf C1/2.3 Vc);
- •
de IND besluit voorafgaand aan de start van de algemene asielprocedure dat deze verlengd wordt (zie paragraaf C1/2.3 Vc);
- •
een combinatie van twee of drie van de laatstgenoemde situaties.
Het medisch advies kan aanleiding geven te besluiten de parallelle procedure toe te passen (zie paragraaf A3/7.3 Vc).
De behandeling van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de vreemdeling start zonder medisch advies als de vreemdeling geen schriftelijke toestemming heeft verleend voor het medisch advies. De IND wijst de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet af op grond van de weigering van de vreemdeling deel te nemen aan het medisch advies.
De IND mag op een later moment dan tijdens de algemene asielprocedure een medisch advies aanvragen als tijdens de behandeling van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd alsnog relevante medische problematiek bij de vreemdeling naar voren komt. De vreemdeling moet schriftelijk toestemming geven voor dit medisch advies.
Einde van de rust- en voorbereidingstermijn
Naast de situaties zoals hiervoor beschreven onder ‘Uitzonderingen op de rust- en voorbereidings- termijn’, eindigt de rust- en voorbereidingstermijn van rechtswege met de start van de algemene asielprocedure.
De IND beslist na overleg met de Raad voor Rechtsbijstand en het COA op welke datum de algemene asielprocedure van de vreemdeling start. De IND deelt de vreemdeling schriftelijk mede op welke datum de algemene asielprocedure van de vreemdeling start.