Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand
Bijlage II Door de verdragsluitende partijen gemaakte voorbehouden
Geldend
Geldend vanaf 30-05-2002
- Redactionele toelichting
De datum van publicatie is de datum van het Tractatenblad. De datum van inwerkingtreding van deze wijziging is de datum van publicatie. De wijziging van 10-08-2000 is in het Tractatenblad niet gepubliceerd in het Nederlands en derhalve niet verwerkt. Zie voor de geldende tekst de Engelse en Franse versie van deze bijlage.
- Bronpublicatie:
11-12-1953, Trb. 1954, 200 (uitgifte: 18-12-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-05-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-07-1954, Trb. 1954, 100 (uitgifte: 20-07-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Geneeskundige behandeling
1
De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland heeft het volgende voorbehoud gemaakt:
Indien de Duitse wetgeving, vermeld in Bijlage I, voorziet in bijzondere subsidies en scholing teneinde een persoon in staat te stellen een zaak te beginnen of een loopbaan te kiezen of voor vakopleiding, en indien dergelijke subsidies het bereik van de in dit Verdrag voorziene bijstand te boven gaan, is de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland bevoegd maar niet gehouden tot het verlenen van dergelijke subsidies aan de onderdanen der andere Verdragsluitende Partijen. ’
2
De Regering van Luxemburg heeft het volgende voorbehoud gemaakt:
Onverminderd het bepaalde in artikel 18 behoudt de Luxemburgse Regering zich het recht voor het Verdrag wat betreft artikel 7 niet toe te passen dan onder voorwaarde, dat de betrokken persoon tenminste tien jaren in Luxemburg verblijf heeft gehouden. ’
3
De Regering van het Verenigd Koninkrijk heeft het volgende voorbehoud gemaakt:
Harer Majesteits Regering behoudt zich het recht voor zich te bevrijden van de verplichting krachtens artikel 1 ten aanzien van de personen, die kunnen worden gerepatrieerd op grond van het bepaalde in artikel 7, maar die geen gebruik maken van de hun geboden faciliteiten bij repatriëring (met inbegrip van kosteloos vervoer tot de grens van hun land van herkomst). ’