Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, van 12 Augustus 1949
Artikel 97
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 74 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 74 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
In geen geval mogen krijgsgevangenen naar strafinrichtingen (huizen van bewaring, gevangenissen, tuchthuizen, inrichtingen voor dwangarbeid, enz.) worden overgebracht om daar krijgstuchtelijke straffen te ondergaan.
2.
Alle lokaliteiten waarin krijgstuchtelijke straffen worden ondergaan, moeten aan de in artikel 25 bedoelde eisen van hygiëne beantwoorden. Een krijgsgevangene die een straf ondergaat, moet in de gelegenheid worden gesteld zich in een staat van zindelijkheid te houden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 29.
3.
Officieren en met hen gelijkgestelden mogen niet in dezelfde verblijven worden ondergebracht als onderofficieren of manschappen.
4.
Vrouwelijke krijgsgevangenen die een krijgstuchtelijke straf ondergaan, zullen in verblijven, afgescheiden van die der mannen, worden ondergebracht en onder rechtstreeks toezicht van vrouwen staan.