Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, van 12 Augustus 1949
Artikel 93
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 74 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 74 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
Ontvluchting of poging daartoe zal, zelfs in geval van recidive, niet als een verzwarende omstandigheid worden beschouwd indien de krijgsgevangene wordt verwezen naar een gerecht wegens een tijdens deze ontvluchting of poging daartoe gepleegd vergrijp.
2.
Overeenkomstig het beginsel, neergelegd in artikel 83, mogen vergrijpen welke door krijgsgevangenen zijn begaan uitsluitend met het oogmerk hun ontvluchting te vergemakkelijken en welke geen lichamelijke geweldpleging inhouden, zoals vergrijpen tegen publiek eigendom, het wegnemen van enig goed zonder het oogmerk zich te verrijken, het opmaken of gebruiken van valse papieren, het dragen van burgerkleding, slechts krijgstuchtelijk worden gestraft.
3.
Krijgsgevangenen die behulpzaam zijn geweest bij een ontvluchting of poging daartoe, mogen uit dien hoofde slechts krijgstuchtelijk worden gestraft.