Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake overheidsopdrachten
Artikel XIX Wijzigingen en rectificaties van het toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 06-04-2014
- Bronpublicatie:
30-03-2012, Trb. 2014, 16 (uitgifte: 29-01-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2014, Trb. 2014, 202 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1. Kennisgeving van voorgestelde wijziging
De Partijen stellen het Comité in kennis van voorstellen tot rectificatie, verplaatsingen van diensten van de ene bijlage naar de andere, het schrappen van een aanbestedende dienst, of andere wijzigingen van hun bijlagen bij Aanhangsel I (hierna te noemen ‘wijziging’). De Partij die de wijziging voorstelt (hierna te noemen de ‘wijzigende Partij’) vermeldt in de kennisgeving:
- a.
ten aanzien van voorstellen tot het schrappen van een dienst uit haar bijlagen bij Aanhangsel I bij de uitoefening van haar recht wegens het feit dat de overheid feitelijk geen zeggenschap over of invloed meer heeft op de aanbesteding van de onder deze Overeenkomst vallende overheidsopdracht van de dienst, een bewijs van de beëindiging daarvan; of
- b.
ten aanzien van alle overige voorgestelde wijzigingen informatie over de mogelijke gevolgen van de verandering voor de onderling overeengekomen toepassing voorzien in deze Overeenkomst.
2. Bezwaar tegen kennisgeving
Een Partij wier rechten uit hoofde van deze Overeenkomst kunnen worden aangetast door een voorgestelde wijziging waarvan overeenkomstig lid 1 kennisgeving is gedaan, kan het Comité in kennis stellen van haar bezwaar tegen de voorgestelde wijziging. Dergelijke bezwaren worden ingediend binnen 45 dagen na de datum waarop de kennisgeving is toegezonden aan de Partijen en gaan vergezeld van de gronden voor het bezwaar.
3. Overleg
De wijzigende Partij en elke Partij die een bezwaar heeft ingediend (hierna genoemd als ‘bezwaar makende Partij’) stellen alles in het werk om het bezwaar via overleg weg te nemen. Bij dergelijk overleg bestuderen de wijzigende Partij en de bezwaarmakende Partij de voorgestelde wijziging:
- a.
in het geval van een kennisgeving ingevolge lid 1, onder a, in overeenstemming met eventueel aangenomen indicatieve criteria ingevolge lid 8, onder b, waaruit blijkt dat de overheid feitelijk geen zeggenschap meer heeft over of invloed op de aanbesteding van de onder deze Overeenkomst vallende overheidsopdracht van de dienst; en
- b.
in het geval van een kennisgeving ingevolge lid 1, onder b, in overeenstemming met eventuele criteria aangenomen ingevolge lid 8, onder c, ter zake van de hoogte van voor de wijzigingen aangeboden compenserende aanpassingen, teneinde het evenwicht tussen rechten en plichten en de toepassing voorzien in deze Overeenkomst op een vergelijkbaar niveau te handhaven.
4. Herziening van wijzigingen
Indien de wijzigende Partij en een bezwaar makende Partij het bezwaar via overleg wegnemen en de wijzigende Partij haar voorgestelde wijziging naar aanleiding van dat overleg herziet, stelt de wijzigende Partij het Comité in overeenstemming met lid 1 in kennis. De herziene wijziging wordt slechts van kracht zodra voldaan is aan de vereisten van dit Artikel.
5. Invoering van wijzigingen
Een voorgestelde wijziging wordt uitsluitend van kracht indien:
- a.
er binnen 45 dagen na de datum van toezending van de voorgestelde wijziging ingevolge lid 1 door de Partijen geen schriftelijke bezwaren zijn ingediend bij het Comité;
- b.
alle bezwaar makende Partijen het Comité ervan in kennis hebben gesteld dat ze hun bezwaren tegen de voorgestelde wijziging intrekken; of
- c.
er 150 dagen zijn verstreken sinds de toezending van de kennisgeving inzake de voorgestelde wijziging ingevolge lid 1 en de wijzigende Partij het Comité schriftelijk in kennis heeft gesteld van haar voornemen de wijziging in te voeren.
6. Intrekking van wezenlijk gelijk toepassingsgebied
Indien een wijziging van kracht wordt ingevolge lid 5, onder c, kan een bezwaar makende Partij een wezenlijk gelijk toepassingsgebied intrekken. Niettegenstaande artikel IV, lid 1, onder b, kan intrekking ingevolge dit lid uitsluitend plaatsvinden ten aanzien van de wijzigende Partij. Een bezwaar makende Partij stelt het Comité daarvan ten minste 30 dagen voordat de intrekking van kracht wordt schriftelijk in kennis. Intrekkingen ingevolge dit lid dienen te voldoen aan de criteria ter zake van het niveau van door het Comité ingevolge lid 8, onder c, aangenomen compenserende aanpassingen.
7. Arbitrageprocedures ter bevordering van het wegnemen van bezwaren
Indien het Comité arbitrageprocedures heeft aangenomen ter bevordering van het wegnemen van bezwaren ingevolge lid 8, kan de wijzigende Partij of de bezwaar makende Partij binnen 120 dagen na de toezending van de kennisgeving van de voorgestelde wijziging de arbitrageprocedures inroepen:
- a.
Indien de arbitrageprocedures door geen van de Partijen zijn ingeroepen:
- i.
wordt de voorgestelde wijziging niettegenstaande lid 5, onder c, van kracht wanneer sinds de toezending van de kennisgeving van de voorgestelde wijziging ingevolge lid 1 130 dagen zijn verstreken en de wijzigende Partij het Comité schriftelijk in kennis heeft gesteld van haar voornemen de wijziging in te voeren; en
- ii.
kan een bezwaar makende Partij het toepassingsgebied ingevolge lid 6 niet intrekken.
- b.
Indien een wijzigende Partij of een bezwaar makende Partij de arbitrageprocedures heeft ingeroepen:
- i.
wordt de voorgestelde wijziging niettegenstaande lid 5, onder c, niet van kracht voordat de arbitrageprocedures zijn voltooid;
- ii.
voegt elke bezwaar makende Partij die voornemens is een recht op schadevergoeding af te dwingen of een wezenlijk gelijk toepassingsgebied ingevolge lid 6 in te trekken, zich in de arbitrageprocedure;
- iii.
dient een wijzigende Partij bij het in werking laten treden van een wijziging ingevolge lid 5, onder c, gevolg te geven aan de uitkomsten van arbitrageprocedures; en
- iv.
kan indien een wijzigende Partij bij het in werking laten treden van een wijziging ingevolge lid 5, onder c, geen gevolg geeft aan de uitkomsten van arbitrageprocedures, bezwaar makende Partij een wezenlijk gelijk toepassingsgebied ingevolge lid 6 intrekken, mits intrekking verenigbaar is met de uitkomsten van de arbitrageprocedures.
8. Verantwoordelijkheden van het Comité
Het Comité neemt:
- a.
arbitrageprocedures aan ter vergemakkelijking van het wegnemen van bezwaren ingevolge lid 2;
- b.
indicatieve criteria aan waarmee kan worden aangetoond dat de overheid feitelijk geen zeggenschap meer heeft over of invloed op de aanbesteding van de onder deze Overeenkomst vallende aanbesteding van de dienst; en
- c.
criteria aan om het niveau van aan te bieden compenserende aanpassingen vast te stellen voor wijzigingen ingevolge lid 1, onder b, en van een wezenlijk gelijk toepassingsgebied ingevolge lid 6.