Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake overheidsopdrachten
Artikel XXI Instellingen
Geldend
Geldend vanaf 06-04-2014
- Bronpublicatie:
30-03-2012, Trb. 2014, 16 (uitgifte: 29-01-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2014, Trb. 2014, 202 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1. Comité voor overheidsopdrachten
Er wordt een Comité voor overheidsopdrachten ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van elk van de Partijen. Het Comité kiest zijn eigen voorzitter en komt zo vaak noodzakelijk is, maar ten minste eenmaal per jaar bijeen om de Partijen in de gelegenheid te stellen te overleggen over alle vraagstukken met betrekking tot de toepassing van deze Overeenkomst of de bevordering van de doelstellingen ervan, en om de andere taken te vervullen die het van de Partijen eventueel krijgt opgedragen.
2.
Het Comité kan in voorkomend geval werkgroepen of andere nevenorganen instellen die de taken vervullen die hun door het Comité worden opgedragen.
3.
Het Comité toetst ieder jaar:
- a.
de tenuitvoerlegging en de toepassing van deze Overeenkomst; en
- b.
stelt elk jaar de Algemene Raad in kennis van zijn activiteiten uit hoofde van artikel IV, lid 8, van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (de ‘WTO-Overeenkomst’) en van ontwikkelingen ter zake van de tenuitvoerlegging en toetsing.
4. Waarnemers
Leden van de WTO die geen partij zijn bij deze Overeenkomst zijn gerechtigd als waarnemer deel te nemen aan de werkzaamheden van het Comité indien zij het Comité daarvan schriftelijk in kennis stellen. Waarnemers bij de WTO kunnen een schriftelijk verzoek indienen bij het Comité tot deelname als waarnemer aan de werkzaamheden van het Comité en het Comité kan hun de status van waarnemer verlenen.