Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee
Artikel 185 Schorsing van de uitoefening van de rechten en voorrechten van het lidmaatschap
Geldend
Geldend vanaf 16-11-1994
- Bronpublicatie:
10-12-1982, Trb. 1984, 55 (uitgifte: 22-06-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-11-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-1996, Trb. 1996, 272 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een Staat die Partij is en die op ernstige en voortdurende wijze de bepalingen van dit Deel heeft geschonden, kan op aanbeveling van de Raad door de Vergadering worden geschorst in de uitoefening van de rechten en voorrechten van het lidmaatschap.
2.
Er mogen geen maatregelen ingevolge het eerste lid worden genomen tot de Kamer inzake geschillen betreffende de zeebodem tot de conclusie is gekomen dat een Staat die Partij is de bepalingen van dit Deel op ernstige en voortdurende wijze heeft geschonden.