Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 4.24 (actieplan geluid provincie)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 292 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Een actieplan als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, van de wet bevat een beschrijving van de in dat artikellid bedoelde geluidbronnen binnen het provinciale grondgebied en de elementen, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, onder b tot en met n, en een beknopte samenvatting van die geluidbronnen en elementen.
2.
Bij de beschrijving van het beleid, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, onder e, wordt in ieder geval betrokken de bescherming van stille gebieden, zijnde:
- a.
de op grond van artikel 7.11, eerste lid, onder a, bij omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden; en
- b.
gebieden waarin de fysieke leefomgeving in verband met geluid bijzondere bescherming behoeft, waartoe in ieder geval behoren de gebieden die als zodanig bij omgevingsplan zijn aangewezen en die zijn gelegen binnen een bij ministeriële regeling aangewezen agglomeratie.
3.
Het actieplan bevat ook:
- a.
het verslag van de resultaten van de monitoring, bedoeld in artikel 11.45, vierde lid, onder b, en de wijze waarop is voldaan aan de resultaatsverplichting, bedoeld in artikel 3.44;
- b.
een overzicht van de op grond van de artikelen 2.12a, eerste lid, en 2.13a, eerste lid, van de wet vastgestelde geluidproductieplafonds als omgevingswaarden waarbij toepassing is gegeven aan artikel 3.37;
- c.
een beschrijving van de ontwikkelingen van het bronbeleid en andere relevante ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de geluidproductieplafonds, bedoeld onder b;
- d.
een motivering of de ontwikkelingen, bedoeld onder c, aanleiding geven tot intrekking of wijziging van de geluidproductieplafonds, bedoeld onder b;
- e.
de conclusies naar aanleiding van de resultaten van de monitoring, bedoeld in artikel 11.45; en
- f.
een overzicht van voorgenomen maatregelen om te voldoen aan op grond van de artikelen 2.12a, eerste lid, en 2.13a, eerste lid, van de wet vastgestelde geluidproductieplafonds als omgevingswaarden.