Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit - Nota van toelichting
4.7.4 Grensoverschrijdende milieueffecten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 290 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Voor plannen, programma's of projecten die grensoverschrijdende effecten (kunnen) hebben, gelden aanvullende bepalingen. De verplichtingen die gelden bij grensoverschrijdende mer zijn opgenomen in het verdrag van Espoo, het SEA-protocol, de mer-richtlijn en de smb-richtlijn. Kern van de verplichtingen is dat, in het geval van mogelijke grensoverschrijdende milieueffecten, het publiek en autoriteiten in de andere staat op dezelfde wijze en tijd worden betrokken bij de mer-procedure als de autoriteiten en het publiek in Nederland. De regels voor grensoverschrijdende mer hebben betrekking op het informeren van de andere staat, toezending van informatie, kunnen indienen van zienswijzen, overleg over de mogelijk aanzienlijke grensoverschrijdende milieugevolgen en informeren over besluitvorming. Ook hier wordt onderscheid gemaakt tussen de plan-mer en de project-mer omdat de verplichtingen op onderdelen verschillen.
De bepalingen van afdeling 11.3 van dit besluit maken onderscheid tussen verschillende partijen.
Allereerst is dat het bevoegd gezag. Daarmee wordt het Nederlandse bevoegd gezag bedoeld dat een plan of programma vaststelt of een besluit vaststelt.
De instanties van de andere staat die gelijkgesteld worden aan de bestuursorganen en instanties van artikel 16.36, vijfde lid, onder a, van de wet, worden aangeduid met ‘bevoegde instantie van de andere staat’.
Voor de omgekeerde situatie (Nederland ondervindt mogelijk milieueffecten door de uitvoering van een plan of programma of project in een andere staat) wordt de ‘bevoegde autoriteit’ gebruikt voor de autoriteit van de andere staat die contact onderhoudt met Nederland.
Daarnaast wordt het ‘betrokken bestuursorgaan’ gebruikt voor het Nederlandse bestuursorgaan dat in geval van mogelijke grensoverschrijdende milieueffecten in Nederland contact onderhoudt met de andere staat.
In dit besluit zijn de relevante bepalingen in geval van grensoverschrijdende milieugevolgen van plannen en programma's of projecten bij elkaar gezet. Gedachte is hierbij dat dit voor een groot deel van Nederland zelden speelt. Mocht het toch aan de orde zijn, vooral in grensprovincies, dan is in één oogopslag te vinden welke regels gelden. Vanzelfsprekend zijn de regels van deze paragraaf aanvullend op de regels die voor het plan of programma of project van toepassing zijn op grond van de eerdere paragrafen.
Daarnaast bestaan er specifieke bilaterale werkafspraken1. tussen Nederland en België en Duitsland. Het doel hiervan is om invulling te geven aan de grensoverschrijdende samenwerking, zodat aan de juridisch bindende verplichtingen wordt voldaan.
Voetnoten
Het betreft de ‘Gezamenlijke verklaring Duitsland-Nederland inzake m.e.r. in grensoverschrijdend verband 2013’ en ‘Het stappenschema grensoverschrijdende milieueffectrapportage Nederland-Vlaanderen’.