Einde inhoudsopgave
Wet studiefinanciering 2000
Artikel 6.19 Terugbetalingsregels
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2023
- Bronpublicatie:
06-06-2023, Stb. 2023, 186 (uitgifte: 08-06-2023, kamerstukken: 36229)
- Inwerkingtreding
01-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2023, Stb. 2023, 188 (uitgifte: 08-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Met uitzondering van de artikelen 6.5, tweede, derde en vierde lid6.6, 6.7, eerste lid, tweede volzin, en tweede en derde lid, en 6.14 is paragraaf 6.1 van overeenkomstige toepassing op de terugbetaling van het levenlanglerenkrediet, waarbij deze lening wordt aangemerkt als een lening beroepsonderwijs.
2.
In afwijking van het eerste lid wordt:
- a.
bij de toepassing van artikel 6.7, eerste lid, eerste volzin, voor de aflosfase een periode van 15 kalenderjaren gelezen.
- b.
bij de toepassing van artikel 6.9, derde lid, voor het totaal per jaar te betalen bedrag aan maandelijkse termijnbetalingen ten minste € 545 gelezen.
- c.
bij de toepassing van artikel 6.10, tweede lid, onderdelen a en b, voor de draagkrachtvrije voet een percentage gelezen van 120% van het belastbaar minimumloon.
- d.
bij de toepassing van artikel 6.10, tweede lid, onderdeel c, voor de draagkrachtvrije voet een percentage gelezen van 84% van het belastbaar minimumloon.
- e.
bij de toepassing van artikel 6.10, derde lid, voor de draagkracht van de debiteur uit inkomen een percentage gelezen van 12% van het inkomen boven de draagkrachtvrije voet.