Einde inhoudsopgave
Wet studiefinanciering 2000
Artikel 6.9 Vaststelling en aflossing termijnbetalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2023
- Bronpublicatie:
06-06-2023, Stb. 2023, 186 (uitgifte: 08-06-2023, kamerstukken: 36229)
- Inwerkingtreding
01-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2023, Stb. 2023, 188 (uitgifte: 08-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Rente en aflossing van de lening vervallen gedurende de aflosfase in maandelijkse termijnen.
2.
De hoogte van de maandelijkse termijnbetalingen wordt op basis van het aantal maanden van de aflosfase onderscheidenlijk het nog resterende aantal maanden van de aflosfase tot gelijke bedragen vastgesteld bij de aanvang van:
- a.
het eerste jaar van de aflosfase,
- b.
het vierde jaar van de aflosfase, en
- c.
ieder vijfde jaar na het vierde jaar van de aflosfase.
3.
Onverminderd toepassing van artikel 6.10 bedraagt het totaal per jaar te betalen bedrag aan maandelijkse termijnbetalingen voor de terugbetaling van de lening beroepsonderwijs dan wel de lening hoger onderwijs ten minste € 60.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de vaststelling en betaling van de termijnbetalingen. Hierbij kan tevens worden bepaald dat betaling geschiedt door middel van een daartoe verleende doorlopende machtiging om het verschuldigde bedrag maandelijks te doen afschrijven van een bankrekening.