Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 499 [Toepasselijke bepalingen op geding voor kinderrechter]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1995
- Bronpublicatie:
07-07-1994, Stb. 1994, 528 (uitgifte: 21-07-1994, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21327 Overheid.nl: 21327)
- Inwerkingtreding
01-09-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-1995, Stb. 1995, 357 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Jeugdstrafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
1.
Op het rechtsgeding voor de kinderrechter zijn de Vijfde Titel en de Zesde Titel van het Tweede Boek van overeenkomstige toepassing, voor zover in deze Titel niet anders wordt bepaald en met dien verstande, dat de kinderrechter tevens de bevoegdheden bezit, die aan de voorzitter van een meervoudige kamer toekomen.
2.
De artikelen 370 en 376 tot en met 381 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kinderrechter de zaak tevens naar de meervoudige kamer verwijst, indien naar zijn oordeel de toepassing van artikel 77s van het Wetboek van Strafrecht in overweging behoort te worden genomen.