Einde inhoudsopgave
Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen betreffende de burgerluchtvaart
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
10-09-2010, Trb. 2013, 134 (uitgifte: 15-08-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2018, Trb. 2018, 202 (uitgifte: 23-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Aan een strafbaar feit maakt zich schuldig hij die wederrechtelijk en opzettelijk:
- a.
een daad van geweld begaat tegen een persoon aan boord van een luchtvaartuig tijdens de vlucht, indien deze daad de veiligheid van dat luchtvaartuig in gevaar kan brengen; of
- b.
een luchtvaartuig in bedrijf vernielt of daaraan schade toebrengt die het ongeschikt maakt voor een vlucht of zijn veiligheid tijdens de vlucht in gevaar kan brengen; of
- c.
in een luchtvaartuig in bedrijf, op welke wijze dan ook, een voorwerp of stof plaatst of doet plaatsen, dat of die het luchtvaartuig kan vernielen of er schade aan kan toebrengen die het ongeschikt maakt voor een vlucht of waardoor zijn veiligheid tijdens de vlucht in gevaar kan worden gebracht; of
- d.
luchtverkeersvoorzieningen vernielt of beschadigt, dan wel hun werking verhindert, indien door deze gedragingen de veiligheid van luchtvaartuigen tijdens de vlucht in gevaar kan worden gebracht; of
- e.
informatie doorgeeft waarvan hij weet dat deze onjuist is, daardoor de veiligheid van een luchtvaartuig tijdens de vlucht in gevaar brengend; of
- f.
een luchtvaartuig in bedrijf gebruikt met de bedoeling de dood of zwaar lichamelijk letsel te veroorzaken, of ernstige schade aan goederen of het milieu toe te brengen; of
- g.
uit een luchtvaartuig in bedrijf een NBC-wapen of explosieve, radioactieve of soortgelijke stoffen doet vrijkomen of loost op een wijze die leidt of kan leiden tot de dood, zwaar lichamelijk letsel of ernstige schade aan goederen of het milieu; of
- h.
tegen of aan boord van een luchtvaartuig in bedrijf een NBC-wapen of explosieve, radioactieve of soortgelijke stoffen gebruikt op een wijze die leidt of kan leiden tot de dood, zwaar lichamelijk letsel of ernstige schade aan goederen of het milieu; of
- i.
het volgende aan boord van een luchtvaartuig brengt, doet brengen of dit vergemakkelijkt:
- 1.
elk explosief of radioactief materiaal, wetende dat het beoogd is om te worden ingezet teneinde, al dan niet gepaard gaand met een voorwaarde zoals voorzien in de nationale wetgeving, de dood, zwaar lichamelijk letsel of ernstige schade te veroorzaken of daarmee te dreigen teneinde een bevolking te intimideren of een regering of internationale organisatie te dwingen tot het verrichten of zich onthouden van enige handeling; of
- 2.
een NBC-wapen, wetende dat het een NBC-wapen is zoals omschreven in artikel 2; of
- 3.
elk basismateriaal, splijtstoffen, uitrusting of materiaal dat of die speciaal is of zijn ontworpen of bereid voor de bewerking, het gebruik of de productie van splijtstoffen, wetende dat het beoogd is om te worden gebruikt bij een activiteit die gepaard gaat met een kernexplosie of een andere nucleaire activiteit die niet zijn onderworpen aan waarborgen uit hoofde van een veiligheidscontroleovereenkomst met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie; of
- 4.
elke uitrusting, materialen, programmatuur of aanverwante technologie die wezenlijk bijdraagt of bijdragen aan het ontwerp, de vervaardiging of levering van een NBC-wapen zonder wettige vergunning en met het oogmerk deze voor een dergelijk doel te gebruiken;
met dien verstande dat activiteiten waarbij een staat die partij is betrokken is, met inbegrip van activiteiten ondernomen door een daartoe door een staat die partij is gemachtigde persoon of rechtspersoon, geen strafbaar feit overeenkomstig het derde en vierde lid vormen indien het vervoer van dergelijke artikelen of materialen verenigbaar is met of bestemd is voor gebruik dat of een activiteit die verenigbaar is met zijn rechten, verantwoordelijkheden en verplichtingen uit hoofde van het toepasselijke multilaterale non-proliferatieverdrag waar hij partij bij is, met inbegrip van de in artikel 7 genoemde verdragen.
2.
Aan een strafbaar feit maakt zich schuldig hij die wederrechtelijk en opzettelijk, gebruikmakend van een voorwerp, stof of wapen:
- a.
een daad van geweld begaat tegen een persoon op een luchthaven voor de internationale burgerluchtvaart die leidt of kan leiden tot zwaar letsel of de dood; of
- b.
de voorzieningen van een luchthaven voor de internationale burgerluchtvaart of een luchtvaartuig dat niet in bedrijf is en zich daar bevindt, vernielt of ernstig beschadigt of de diensten van de luchthaven verstoort,
indien een dergelijke daad de veiligheid op die luchthaven in gevaar brengt of in gevaar kan brengen.
3.
Aan een strafbaar feit maakt zich eveneens schuldig hij die:
- a.
dreigt een van de strafbare feiten te plegen die zijn vervat in het eerste lid, onderdelen a, b, c, d, f, g en h, of in het tweede lid van dit artikel; of
- b.
wederrechtelijk en opzettelijk bewerkstelligt dat een persoon een dergelijke bedreiging ontvangt,
onder omstandigheden die deze bedreiging geloofwaardig maken.
4.
Aan een strafbaar feit maakt zich eveneens schuldig hij die:
- a.
een poging doet een van de in het eerste of tweede lid van dit artikel bedoelde strafbare feiten te plegen; of
- b.
het plegen van een strafbaar feit zoals bedoeld in het eerste, tweede of derde lid of in het vierde lid, onderdeel a, van dit artikel organiseert of anderen opdracht geeft een van deze strafbare feiten te plegen; of
- c.
als medeplichtige deelneemt aan een strafbaar feit zoals bedoeld in het eerste, tweede of derde lid of in het vierde lid, onderdeel a, van dit artikel; of
- d.
een andere persoon wederrechtelijk en opzettelijk helpt onderzoek, strafrechtelijke vervolging of bestraffing te ontlopen, wetende dat deze persoon een strafbaar feit heeft gepleegd zoals bedoeld in het eerste, tweede of derde lid of in het vierde lid, onderdelen a, b of c van dit artikel of dat deze persoon gezocht wordt voor strafrechtelijke vervolging door de rechtshandhavingsautoriteiten wegens een dergelijk strafbaar feit of wegens een dergelijk strafbaar feit is veroordeeld.
5.
Elke staat die partij is stelt tevens een of beide van de volgende gedragingen strafbaar indien zij opzettelijk zijn gepleegd, ongeacht of een van de in het eerste, tweede of derde lid van dit artikel bedoelde strafbare feiten daadwerkelijk zijn gepleegd of daartoe daadwerkelijk een poging is gedaan:
- a.
met een of meer personen overeenkomen een strafbaar feit te plegen zoals bedoeld in het eerste, tweede of derde lid van dit artikel waarbij, indien de nationale wetgeving dit vereist, een handeling betrokken is, door een van de deelnemers ondernomen ter uitvoering van de overeenkomst; of
- b.
op enige wijze bijdragen aan het plegen van een of meer van de strafbare feiten zoals bedoeld in het eerste, tweede of derde lid van dit artikel door een groep personen die optreedt met een gemeenschappelijk doel,
- i.
hetzij met het oog op de bevordering van de criminele activiteit in het algemeen of het criminele doel van de groep, wanneer een dergelijke activiteit of het doel het plegen van een strafbaar feit inhoudt zoals bedoeld in het eerste, tweede of derde lid van dit artikel; of
- ii.
hetzij in de wetenschap van de bedoeling van de groep om een strafbaar feit zoals bedoeld in het eerste, tweede of derde lid van dit artikel te plegen.