Einde inhoudsopgave
Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen betreffende de burgerluchtvaart
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
10-09-2010, Trb. 2013, 134 (uitgifte: 15-08-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2018, Trb. 2018, 202 (uitgifte: 23-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
De staten die partij zijn die voor het luchtvervoer gemeenschappelijke exploitatie-organisaties of internationale exploitatie-organisaties oprichten, die gebruikmaken van luchtvaartuigen die onderworpen zijn aan gemeenschappelijke of internationale inschrijving, kiezen op passende wijze voor elk luchtvaartuig een staat uit hun midden die de rechtsmacht uitoefent en voor de toepassing van dit Verdrag de bevoegdheden heeft behorend bij een staat waar een luchtvaartuig is ingeschreven. Zij doen daarvan mededeling aan de Secretaris-Generaal van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, die alle staten die partij zijn van deze mededeling in kennis stelt.