Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 35 Voor toezichtsdoeleinden te verstrekken informatie
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2014
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Inwerkingtreding
23-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten schrijven voor dat verzekerings- en herverzekeringsondernemingen bij de toezichthoudende autoriteiten de voor toezichtsdoeleinden benodigde informatie moeten indienen, rekening houdend met de doelstellingen van het toezicht vastgelegd in de artikelen 27 en 28. Deze informatie bevat ten minste de gegevens die bij de uitvoering van het in artikel 36 bedoelde proces nodig zijn om:
- a)
beoordelen van het door de ondernemingen toegepaste governancesysteem, de door hen verrichte werkzaamheden, de voor solvabiliteitsdoeleinden gehanteerde waarderingsgrondslagen, de risico's en de Risk managementsystemen en hun kapitaalstructuur, -behoeften en -beheer;
- b)
op basis van de uitoefening van hun toezichthoudende rechten en plichten elke passende beslissing te kunnen nemen.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de toezichthoudende autoriteiten de bevoegdheden hebben voor het volgende:
- a)
zij mogen de aard, de reikwijdte en het model van de in lid 1 bedoelde informatie vaststellen en deze informatie bij verzekerings- en herverzekeringsondernemingen opvragen:
- i)
in van tevoren bepaalde perioden;
- ii)
wanneer zich van tevoren omschreven gebeurtenissen voordoen;
- iii)
bij onderzoek naar de situatie van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming;
- b)
zij mogen alle informatie inwinnen over overeenkomsten die in het bezit zijn van tussenpersonen, of over overeenkomsten die met derden worden aangegaan;
- c)
zij mogen informatie opvragen bij externe deskundigen, zoals accountants en actuarissen.
3.
De in de leden 1 en 2 bedoelde informatie bestaat uit:
- a)
kwalitatieve of kwantitatieve elementen of een passende combinatie daarvan;
- b)
historische, huidige of prospectieve elementen of een passende combinatie daarvan;
- c)
gegevens uit interne of externe bronnen of een passende combinatie daarvan.
4.
In de in de leden 1 en 2 bedoelde informatie worden de volgende uitgangspunten in acht genomen:
- a)
er moet rekening worden gehouden met de aard, omvang en complexiteit van de werkzaamheden van de betrokken onderneming, en met name met de risico's die aan die werkzaamheden verbonden zijn;
- b)
zij moet toegankelijk, in alle essentiële opzichten volledig, vergelijkbaar en in de tijd gezien consistent zijn; en
- c)
zij moet relevant, betrouwbaar en begrijpelijk zijn.
5.
De lidstaten schrijven voor dat verzekerings- en herverzekeringsondernemingen moeten beschikken over passende systemen en structuren om aan de leden 1 tot en met 4 te voldoen, en over een door het bestuurlijk, beleidsbepalend of toezichthoudend orgaan van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming goedgekeurde schriftelijk vastgelegde beleidslijn die waarborgt dat de ingediende informatie altijd correct is.
6.
In het geval dat de vooraf bepaalde perioden als bedoeld in lid 2, onder a), i), korter zijn dan een jaar, kunnen de betrokken toezichthoudende autoriteiten, onverminderd artikel 129, lid 4, de regelmatige rapportage aan de toezichthoudende autoriteit beperken indien:
- a)
de indiening van die informatie te belastend zou zijn in verhouding tot de aard, omvang en complexiteit van de risico's die inherent zijn aan de bedrijfsactiviteiten van de onderneming;
- b)
de informatie minimaal jaarlijks wordt gerapporteerd.
Het is de toezichthoudende autoriteiten niet toegestaan de frequentie van de regelmatige rapportages aan de toezichthouder te beperken tot minder dan eenmaal per jaar in het geval van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen die deel uitmaken van een groep in de zin van artikel 212, lid 1, onder c), tenzij de onderneming naar tevredenheid van de toezichthoudende autoriteit kan aantonen dat rapportages aan de toezichthouder minder dan eenmaal per jaar misplaatst zijn, gezien de aard, omvang en complexiteit van de risico's die inherent zijn aan bedrijfsactiviteiten van de groep.
De beperking van regelmatige rapportages aan de toezichthouder wordt alleen verleend aan ondernemingen die niet meer dan 20 % van respectievelijk de levens- en schadeverzekeringsmarkt en herverzekeringsmarkt van een lidstaat vertegenwoordigen, waarbij het aandeel van de schadeverzekeringsmarkt is gebaseerd op de brutopremies en het aandeel van de levensverzekeringsmarkt is gebaseerd op de bruto technische voorzieningen.
Toezichthoudende autoriteiten geven voorrang aan de kleinste ondernemingen bij het bepalen of ondernemingen voor die beperkingen in aanmerking komen.
7.
Beperkingen van de regelmatige rapportage aan de toezichthouder of vrijstelling van itemgewijze rapportageverplichtingen kunnen door de toezichthoudende autoriteiten slechts worden toegestaan voor verzekerings- en herverzekeringsondernemingen wanneer:
- a)
de indiening van die informatie te belastend zou zijn in verhouding tot de aard, omvang en complexiteit van de risico's die inherent zijn aan de bedrijfsactiviteiten van de onderneming;
- b)
de indiening van die informatie niet nodig is voor het effectieve toezicht op de onderneming;
- c)
de vrijstelling niet de stabiliteit van de betrokken financiële systemen in de Unie ondermijnt; en
- d)
de onderneming in staat is om de informatie op ad-hocbasis te verstrekken.
De toezichthoudende autoriteiten verlenen geen vrijstelling van de itemgewijze rapportageverplichtingen aan verzekerings- of herverzekeringsondernemingen die deel uitmaken van een groep in de zin van artikel 212, lid 1, onder c), tenzij de onderneming naar tevredenheid van de toezichthoudende autoriteit kan aantonen dat itemgewijze rapportage misplaatst is, gezien de aard, omvang en complexiteit van de risico's die inherent zijn aan bedrijfsactiviteiten van de groep, en rekening houdend met de doelstelling van financiële stabiliteit.
De vrijstelling van itemgewijze rapportage wordt alleen verleend aan ondernemingen die niet meer dan 20 % van respectievelijk de levens- en schadeverzekeringsmarkt of herverzekeringsmarkt van een lidstaat vertegenwoordigen, waarbij het aandeel van de schadeverzekeringsmarkt is gebaseerd op de brutopremies en het aandeel van de levensverzekeringsmarkt is gebaseerd op de bruto technische voorzieningen.
Toezichthoudende autoriteiten geven voorrang aan de kleinste ondernemingen bij het bepalen of ondernemingen voor die vrijstellingen in aanmerking komen.
8.
Voor de toepassing van de leden 6 en 7 beoordelen de toezichthoudende autoriteiten, als onderdeel van het toezichtproces, of de indiening van informatie te belastend zou zijn in verhouding tot de aard, omvang en complexiteit van de risico's van de onderneming, waarbij ten minste rekening wordt gehouden met:
- a)
het volume van de premies, technische voorzieningen en de activa van de onderneming;
- b)
de volatiliteit van de schadevorderingen en uitkeringen die gedekt worden door de onderneming;
- c)
de marktrisico's in verband met de beleggingen van de onderneming;
- d)
de hoogte van de marktrisicoconcentraties;
- e)
het totale aantal branches levens- en schadeverzekeringen waarvoor een vergunning is verleend;
- f)
mogelijke effecten van het beheer van de activa van de onderneming op de financiële stabiliteit;
- g)
de systemen en structuren van de onderneming om informatie te verstrekken voor toezichtsdoeleinden, en de schriftelijk vastgelegde beleidslijn, als genoemd in lid 5;
- h)
de geschiktheid van het governancesysteem van de betrokken onderneming;
- i)
de hoogte van het eigen vermogen ter dekking van het solvabiliteitskapitaalvereiste en van het minimumkapitaalvereiste;
- j)
de vraag of de onderneming een verzekeringscaptive of herverzekeringscaptive onderneming is die uitsluitend de risico's dekt van de industriële of commerciële groep waartoe zij behoort.
9.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 301 bis gedelegeerde handelingen vast waarin nadere invulling wordt gegeven aan de in de leden 1 tot en met 4 van dit artikel bedoelde informatie en de termijnen voor de indiening van die informatie, teneinde te zorgen voor een passende convergentie van de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit.
10.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te waarborgen, werkt de EIOPA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uit met betrekking tot de regelmatige rapportage aan de toezichthouder voor de templates voor indiening van de te verstrekken informatie aan de toezichthoudende autoriteiten, als bedoeld in de leden 1 en 2.
De EIOPA legt deze ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.
11.
Met het oog op een coherente en consistente toepassing van de leden 6 en 7 stelt de EIOPA overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 richtsnoeren op om de methoden voor de bepaling van de marktaandelen, genoemd in de derde alinea van de leden 6 en 7, nader te bepalen.