Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/399 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)
Artikel 21 Maatregelen aan de buitengrenzen en ondersteuning door het Agentschap
Geldend
Geldend vanaf 12-04-2016
- Bronpublicatie:
09-03-2016, PbEU 2016, L 77 (uitgifte: 23-03-2016, regelingnummer: 2016/399)
- Inwerkingtreding
12-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-03-2016, PbEU 2016, L 77 (uitgifte: 23-03-2016, regelingnummer: 2016/399)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
1.
Indien er in een evaluatieverslag dat is opgesteld krachtens artikel 14 van Verordening (EU) nr. 1053/2013, ernstige gebreken worden vastgesteld bij de uitvoering van de procedures voor het buitengrenstoezicht, kan de Commissie, teneinde te waarborgen dat de in artikel 15 van die verordening bedoelde aanbevelingen worden opgevolgd, de geëvalueerde lidstaat door middel van een uitvoeringshandeling aanbevelen bepaalde specifieke maatregelen te nemen die een of meer van de volgende maatregelen kan omvatten:
- a)
een begin maken met het inzetten van Europese grenswachtteams, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2007/2004;
- b)
zijn op een risico-evaluatie gebaseerde strategische plannen, met inbegrip van informatie over de inzet van personeel en apparatuur, voor advies aan het Agentschap voorleggen.
Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 38, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
2.
De Commissie verstrekt het krachtens artikel 38, lid 1, opgerichte comité regelmatig informatie over de vooruitgang die bij toepassing van de in lid 1 van dit artikel bedoelde maatregelen worden geboekt en van het effect ervan op de vastgestelde gebreken.
Zij brengt tevens het Europees Parlement en de Raad op de hoogte.
3.
Indien in een in lid 1 bedoeld evaluatieverslag is geconcludeerd dat de geëvalueerde lidstaat ernstig in zijn verplichtingen tekortschiet, en daarom op grond van artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1053/2013 binnen drie maanden verslag dient uit te brengen over de uitvoering van het betreffende actieplan, en indien de Commissie na het verstrijken van de termijn van drie maanden vaststelt dat de situatie ongewijzigd is, kan zij, wanneer aan alle gestelde voorwaarden is voldaan, de procedure van artikel 29 van deze verordening inleiden.