Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/399 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)
Artikel 21 bis Tijdelijke beperkingen van reizen naar de Unie
Geldend
Geldend vanaf 10-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1717 (uitgifte: 20-06-2024, regelingnummer: 2024/1717)
- Inwerkingtreding
10-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1717 (uitgifte: 20-06-2024, regelingnummer: 2024/1717)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
1.
Dit artikel is van toepassing op grootschalige noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid.
2.
De Raad kan op basis van een voorstel van de Commissie een uitvoeringsverordening vaststellen die voorziet in tijdelijke aan de buitengrenzen toe te passen reisbeperkingen naar de lidstaten.
Tijdelijke reisbeperkingen kunnen tijdelijke inreisbeperkingen naar de lidstaten omvatten, alsook tijdelijke gezondheidsgerelateerde beperkingen, die noodzakelijk zijn met het oog op de bescherming van de volksgezondheid in de ruimte zonder binnengrenstoezicht. Die tijdelijke gezondheidsgerelateerde beperkingen kunnen testen, quarantaine of zelfisolatie omvatten.
Tijdelijke beperkingen inzake reizen naar de Unie zijn proportioneel en niet-discriminerend. Indien een lidstaat strengere beperkingen oplegt dan die welke in de uitvoeringshandeling zijn vastgesteld, hebben die beperkingen geen negatief effect op het functioneren van de ruimte zonder binnengrenstoezicht. Tijdelijke gezondheidsgerelateerde beperkingen voor personen die onder het Unierecht inzake vrij verkeer vallen, voldoen te allen tijde aan Richtlijn 2004/38/EG.
3.
De volgende categorieën personen worden ongeacht het doel van hun reis vrijgesteld van de inreisbeperkingen:
- a)
personen die onder het Unierecht inzake vrij verkeer vallen;
- b)
onderdanen van derde landen die langdurig ingezetene zijn uit hoofde van Richtlijn 2003/109/EG, personen die hun verblijfsrecht aan andere instrumenten van het Unie- of nationale recht ontlenen, met inbegrip van personen die internationale bescherming genieten of personen die over een nationaal visum voor verblijf van langere duur beschikken, alsook hun respectieve gezinsleden.
4.
Categorieën van personen die zijn vermeld in bijlage XI, deel A, worden vrijgesteld van inreisbeperkingen.
5.
Een categorie van personen die wordt vermeld in bijlage XI, deel B, wordt vrijgesteld van inreisbeperkingen indien die categorie is opgenomen in de in lid 2 bedoelde uitvoeringsverordening.
6.
In de in lid 2 bedoelde uitvoeringsverordening worden, zo nodig:
- a)
indien de aard van de grootschalige noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid dat vereist, de in bijlage XI, deel B, opgenomen categorieën van personen die essentiële reizen maken bepaald die van inreisbeperkingen moeten worden vrijgesteld;
- b)
de geografische gebieden of derde landen bepaald van waaruit reizen kunnen worden onderworpen aan beperkingen of vrijstellingen van beperkingen, en wordt een procedure vastgesteld voor de periodieke evaluatie van de situatie van die gebieden of landen en van de opgelegde reisbeperkingen, op basis van een objectieve methodiek en objectieve criteria, waaronder in het bijzonder de epidemiologische situatie;
- c)
de voorwaarden vastgesteld waaronder niet-essentiële reizen kunnen worden beperkt of van beperkingen worden vrijgesteld, onder meer de bewijsstukken die moeten worden verstrekt ter staving van de vrijstelling en de voorwaarden inzake de duur en de aard van het verblijf in de in punt b) genoemde gebieden of landen;
- d)
tijdelijke gezondheidsgerelateerde minimumbeperkingen vastgesteld waaraan de in lid 3, punten a) en b), bedoelde personen kunnen worden onderworpen;
- e)
in afwijking van de leden 4 en 5, de voorwaarden vastgesteld waaronder aan personen die essentiële reizen maken reisbeperkingen kunnen worden opgelegd.
7.
Inreisbeperkingen naar de lidstaten voor personen die essentiële reizen maken, worden slechts bij wijze van uitzondering en voor een strikt beperkte periode opgelegd totdat voldoende informatie over de in lid 1 bedoelde grootschalige noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid beschikbaar is en totdat de Raad op voorstel van de Commissie alternatieve gezondheidsgerelateerde beperkingen vaststelt en aanneemt die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de volksgezondheid en die moeten worden toegepast op die personen.