Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren 2014/C 99/03 voor staatssteun aan luchthavens en luchtvaartmaatschappijen
3.5.2 Winstgevendheidsanalyse vooraf
Geldend
Geldend vanaf 04-04-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
04-04-2014, PbEU 2014, C 99 (uitgifte: 04-04-2014, regelingnummer: 2014/C 99/03)
- Inwerkingtreding
04-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2014, PbEU 2014, C 99 (uitgifte: 04-04-2014, regelingnummer: 2014/C 99/03)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Staatssteun (V)
61
Momenteel vindt de Commissie een analyse vooraf van de winstgevendheidsverwachtingen het meest relevante criterium voor de beoordeling van door luchthavens met individuele luchtvaartmaatschappijen aangegane regelingen.
62
In dat verband is de Commissie van mening dat tariefdifferentiatie een zakelijke standaardpraktijk is, zolang deze maar voldoet aan alle overige desbetreffende mededingingswetgeving en sectorale wetgeving (1). Niettemin dient dit beleid van tariefdifferentiatie zakelijk verantwoord te zijn om aan het criterium van de marktdeelnemer handelend in een markteconomie te voldoen (2).
63
De Commissie is van mening dat regelingen die luchtvaartmaatschappijen en een luchthaven aangaan, geacht kunnen worden in overeenstemming te zijn met het criterium van de marktdeelnemer handelend in een markteconomie wanneer zij, vooraf beschouwd, incrementeel bijdragen aan de winstgevendheid van de luchthaven. De luchthaven dient aan te tonen dat zij, wanneer zij een regeling met een luchtvaartmaatschappij treft (bijv. een individueel contract of een algemene regeling luchthavengelden), gedurende de looptijd van de regeling in staat is alle door de regeling met een luchtvaartmaatschappij ontstane kosten te dekken met een redelijke winstmarge (3) op basis van stevige vooruitzichten op middellange termijn (4).
64
Om te kunnen beoordelen of een regeling die een luchthaven met een luchtvaartmaatschappij is aangegaan, in overeenstemming is met het criterium van de marktdeelnemer handelend in een markteconomie, dienen, naast de luchthavengelden, ook de verwachte niet-luchtvaartgebonden inkomsten uit de activiteiten van de luchtvaartmaatschappij in aanmerking te worden genomen, ongerekend kortingen, marketingsteun of stimuleringsregelingen (5). Evenzo dient rekening te worden gehouden met alle incrementele kosten die de luchthaven naar verwachting met betrekking tot de activiteiten van de luchtvaartmaatschappij moet maken (6). Dit soort incrementele kosten kan alle uitgave- of investeringscategorieën omvatten, zoals incrementele kosten voor personeel, uitrusting en investeringen die ontstaan door de aanwezigheid van de luchtvaartmaatschappij op de luchthaven. Indien de luchthaven bijvoorbeeld dient uit te breiden of een nieuwe terminal of andere faciliteiten dient te bouwen in hoofdzaak om te voldoen aan de behoeften van een bepaalde luchtvaartmaatschappij, dient met die kosten rekening te worden gehouden bij het berekenen van de incrementele kosten. Daarentegen hoeven kosten die de luchthaven, ongeacht de met de luchtvaartmaatschappij aangegane regeling, hoe dan ook had moeten maken, niet in aanmerking te worden genomen bij de toetsing aan het criterium van de marktdeelnemer handelend in een markteconomie.
65
Wanneer een luchthavenexploitant verenigbare steun heeft gekregen, wordt het uit die steun voortvloeiende voordeel niet doorgegeven aan een specifieke luchtvaartmaatschappij (7) indien de volgende voorwaarden zijn vervuld: de infrastructuur staat open voor alle luchtvaartmaatschappijen (8) (dit omvat infrastructuur die waarschijnlijk meer zal worden gebruikt door bepaalde categorieën luchtvaartmaatschappijen, zoals lowcost- of chartermaatschappijen) en is niet gebonden aan één specifieke luchtvaartmaatschappij, en de luchtvaartmaatschappijen betalen tarieven die ten minste de incrementele kosten, zoals gedefinieerd in punt 64, dekken. Voorts is de Commissie van mening dat in die omstandigheden, zelfs indien er sprake is geweest van staatssteun voor de luchtvaartmaatschappijen, dit soort steun hoe dan ook met de interne markt verenigbaar zou zijn geweest om dezelfde redenen als die welke de verenigbaarheid van de steun op het niveau van de luchthaven rechtvaardigen. Wanneer een luchthavenexploitant onverenigbare investeringssteun heeft gekregen, wordt het uit die steun voortvloeiende voordeel niet doorgegeven aan een specifieke luchtvaartmaatschappij indien de volgende voorwaarden zijn vervuld: de infrastructuur staat open voor alle luchtvaartmaatschappijen en is niet gebonden aan één specifieke luchtvaartmaatschappij, en de luchtvaartmaatschappijen betalen tarieven die ten minste de incrementele kosten, zoals gedefinieerd in punt 64, dekken. De Commissie is van mening dat onder die omstandigheden een sectoraal voordeel voor de luchtvaartsector of andere gebruikers niet valt uit te sluiten, maar dat een en ander niet dient te leiden tot terugvordering bij specifieke luchtvaartmaatschappijen of andere gebruikers.
66
Wanneer de Commissie regelingen tussen luchthavens en luchtvaartmaatschappijen moet beoordelen, zal zij ook rekening houden met de mate waarin de te beoordelen regelingen kunnen worden beschouwd als onderdeel van de tenuitvoerlegging van een algemene strategie van de luchthaven die ten minste op de lange termijn tot winstgevendheid moet leiden.
Voetnoten
Relevante bepalingen zijn onder meer de artikelen 101 en 102 van het Verdrag en Richtlijn 2009/12/EG.
Zie Besluit 2011/60/EU van de Commissie van 27 januari 2010 betreffende steunmaatregel C 12/08 (ex NN 74/07) — Slowakije — Overeenkomst tussen de luchthaven van Bratislava en Ryanair (PB L 27 van 1.2.2011, blz. 24) en Besluit 2013/664/EU betreffende steunmaatregel SA.23324 — C 25/07 (ex NN 26/07) — Finland Finavia, Airpro en Ryanair op de Luchthaven Tampere-Pirkkala, reeds aangehaald.
Een redelijke winstmarge is een ‘normaal’ rendement op kapitaal, d.w.z. een rendementspercentage dat een doorsneeonderneming verwacht wordt te behalen op investeringen met een vergelijkbare risicograad. Het rendement wordt gemeten als de interne opbrengstvoet (IRR) over de verwachte kasstromen die door de met de luchtvaartmaatschappij aangegane regeling worden gegenereerd.
Dit sluit niet uit dat ermee wordt gerekend dat toekomstige winst gedurende de looptijd van de regeling initiële verliezen kan compenseren.
Ook alle overheidssteun (zoals bijv. marketingovereenkomsten die rechtstreeks tussen de overheid en de luchtvaartmaatschappij worden gesloten) die is bedoeld ter compensatie van de normale kosten die de luchthaven moet maken met betrekking tot de regeling tussen de luchthaven en de luchtvaartmaatschappij, zal mee in rekening worden genomen. Dit geldt ongeacht of deze steun rechtstreeks aan de betrokken luchtvaartmaatschappij wordt verleend, dan wel via de luchthaven of een andere entiteit loopt.
Zaak T-196/04, Ryanair Ltd / Commissie, reeds aangehaald, punt 59.
Hetgeen in dit punt over luchtvaartmaatschappijen wordt gezegd, geldt evenzo voor andere gebruikers van de luchthaven.
Zie met name gevoegde zaken T-443/08 en T-455/08, Flughafen Leipzig/Halle, reeds aangehaald, punt 109.