Einde inhoudsopgave
Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie
Artikel 24 Verklaringen
Geldend
Geldend vanaf 23-08-2005
- Bronpublicatie:
29-05-2000, Trb. 2000, 96 (uitgifte: 01-09-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-08-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-11-2005, Trb. 2005, 280 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Bij de in artikel 27, lid 2, bedoelde kennisgeving vermeldt elke lidstaat in een verklaring de autoriteiten die, naast de autoriteiten welke al worden aangegeven in het Europees Rechtshulpverdrag en het Benelux-Verdrag, bevoegd zijn voor de toepassing van deze overeenkomst en voor de toepassing tussen de lidstaten van de bepalingen inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken van de in artikel 1, lid 1, genoemde instrumenten, waaronder:
- a.
eventueel de bevoegde bestuurlijke autoriteiten voor de toepassing van artikel 3, lid 1,
- b.
een of meer centrale autoriteiten voor de toepassing van artikel 6, alsmede de bevoegde autoriteiten voor de in artikel 6, lid 8, bedoelde verzoeken,
- c.
eventueel de bevoegde politie- of douaneautoriteiten voor de toepassing van artikel 6, lid 5,
- d.
eventueel de bevoegde bestuurlijke autoriteiten voor de toepassing van artikel 6, lid 6, en
- e.
de bevoegde autoriteit of autoriteiten voor de toepassing van de artikelen 18 en 19 en artikel 20, leden 1 tot en met 5.
2.
De overeenkomstig lid 1 afgelegde verklaringen kunnen te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd volgens dezelfde procedure.