Einde inhoudsopgave
Mijnbouwwet
Artikel 162 [Overgangsrecht opsporingsovereenkomst en winningsvergunning]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
27-01-2021, Stb. 2021, 92 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken: 35462)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, Stb. 2021, 607 (uitgifte: 16-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
De overeenkomst, bedoeld in artikel 89, betreft slechts een aardgasvoorkomen als bedoeld in artikel IV van het koninklijk besluit van 27 januari 1967 tot uitvoering van artikel 12 van de Mijnwet continentaal plat ten aanzien van opsporings- en winningsvergunningen voor of mede voor aardolie of aardgas (Stb. 24), indien de desbetreffende winningsvergunning is verleend op grond van artikel 10, in aansluiting op een opsporingsvergunning als bedoeld in artikel 143, die een voortzetting is van een opsporingsvergunning die is verleend overeenkomstig het hiervoor genoemde koninklijk besluit.
2.
De percentages, genoemd in de artikelen 94, 95 en 96, bedragen 50 ten aanzien van de overeenkomst, bedoeld in die artikelen, indien de desbetreffende winningsvergunning is verleend op grond van artikel 10, in aansluiting op een opsporingsvergunning als bedoeld in artikel 143, die een voortzetting is van een opsporingsvergunning die is verleend overeenkomstig het koninklijk besluit van 6 februari 1976, houdende uitvoering van artikel 12 van de Mijnwet continentaal plat ten aanzien van opsporings- en winningsvergunningen voor of mede voor aardolie of aardgas (Stb. 102).