Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/473 betreffende het Europees Bureau voor visserijcontrole
Artikel 32 Instelling en bevoegdheden van de raad van bestuur
Geldend
Geldend vanaf 14-04-2019
- Bronpublicatie:
19-03-2019, PbEU 2019, L 83 (uitgifte: 25-03-2019, regelingnummer: 2019/473)
- Inwerkingtreding
14-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-2019, PbEU 2019, L 83 (uitgifte: 25-03-2019, regelingnummer: 2019/473)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
1.
Het Bureau heeft een raad van bestuur.
2.
De raad van bestuur:
- a)
benoemt en ontslaat de uitvoerend directeur overeenkomstig artikel 39;
- b)
keurt uiterlijk op 30 april van elk jaar het algemeen verslag van het Bureau over het voorafgaande jaar goed en zendt het toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, de Rekenkamer en de lidstaten. Het verslag wordt openbaar gemaakt;
- c)
stelt uiterlijk op 31 oktober van elk jaar en rekening houdend met het advies van de Commissie en de lidstaten het werkprogramma van het Bureau voor het komende jaar vast en zendt het toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de lidstaten.
Het werkprogramma bevat de prioriteiten van het Bureau. De hoogste prioriteit wordt gegeven aan de taken van het Bureau met betrekking tot controle- en bewakingsprogramma's. Het werkprogramma wordt vastgesteld onverminderd de jaarlijkse begrotingsprocedure van de Unie. Indien de Commissie binnen 30 dagen na de datum waarop het werkprogramma is vastgesteld, te kennen geeft het niet eens te zijn met dat werkprogramma, bespreekt de raad van bestuur het werkprogramma opnieuw en keurt hij het, eventueel gewijzigd, binnen twee maanden in tweede lezing goed;
- d)
stelt vóór het begin van het begrotingsjaar de definitieve begroting van het Bureau vast, eventueel na aanpassing aan de bijdrage van de Unie en andere ontvangsten van het Bureau;
- e)
verricht zijn taken met betrekking tot de begroting van het Bureau overeenkomstig de artikelen 44, 45 en 47;
- f)
treedt als tuchtraad op ten aanzien van de uitvoerend directeur;
- g)
stelt zijn reglement van orde vast, waarbij zo nodig mag worden voorzien in het instellen van subcomités van de raad van bestuur;
- h)
stelt de nodige procedures vast voor de uitvoering van de taken van het Bureau.