Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/473 betreffende het Europees Bureau voor visserijcontrole
Artikel 28 Personeel
Geldend
Geldend vanaf 14-04-2019
- Bronpublicatie:
19-03-2019, PbEU 2019, L 83 (uitgifte: 25-03-2019, regelingnummer: 2019/473)
- Inwerkingtreding
14-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-2019, PbEU 2019, L 83 (uitgifte: 25-03-2019, regelingnummer: 2019/473)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
1.
Het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, als vastgesteld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (1), en de regels die gezamenlijk door de instellingen van de Europese Unie zijn vastgesteld ter uitvoering van dat Statuut en die Regeling, zijn van toepassing op het personeel van het Bureau. De raad van bestuur stelt, in overleg met de Commissie, de noodzakelijke uitvoeringsbepalingen vast.
2.
Onverminderd artikel 39 worden ten aanzien van het eigen personeel van het Bureau de bevoegdheden die door het Statuut van de ambtenaren en door de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden aan het tot aanstelling bevoegde gezag zijn toegekend, uitgeoefend door het Bureau.
3.
Het personeel van het Bureau bestaat uit ambtenaren die door de Commissie tijdelijk worden toegewezen of gedetacheerd en uit andere personeelsleden die door het Bureau worden aangeworven naargelang zijn werkzaamheden zulks vereisen.
Het Bureau kan ook ambtenaren in dienst hebben die tijdelijk worden gedetacheerd door de lidstaten.
Voetnoten
PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.