Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/473 betreffende het Europees Bureau voor visserijcontrole
Artikel 39 Ontslag en benoeming van de uitvoerend directeur
Geldend
Geldend vanaf 14-04-2019
- Bronpublicatie:
19-03-2019, PbEU 2019, L 83 (uitgifte: 25-03-2019, regelingnummer: 2019/473)
- Inwerkingtreding
14-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-2019, PbEU 2019, L 83 (uitgifte: 25-03-2019, regelingnummer: 2019/473)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
1.
De uitvoerend directeur wordt op grond van zijn of haar verdienste en gedocumenteerde relevante ervaring op het gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid en van visserijcontrole en visserij-inspectie door de raad van bestuur benoemd uit een lijst van ten minste twee kandidaten die door de Commissie zijn voorgedragen na een selectieprocedure, nadat voor die post in het Publicatieblad van de Europese Unie en op andere plaatsen een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling is verschenen.
2.
De raad van bestuur heeft de bevoegdheid om de uitvoerend directeur te ontslaan. De raad van bestuur beraadt zich op een dergelijk ontslag op verzoek van de Commissie of van een derde van zijn leden.
3.
De raad van bestuur neemt de in de leden 1 en 2 bedoelde besluiten met een meerderheid van twee derde van de leden.
4.
De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt vijf jaar. Deze ambtstermijn kan op voorstel van de Commissie eenmaal met vijf jaar worden verlengd; een dergelijke verlenging wordt goedgekeurd bij besluit van twee derde van de leden van de raad van bestuur.