Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 300 [Bespreking geestvermogens van verdachte]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1998
- Redactionele toelichting
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de strafzaken waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging een dagvaarding in eerste aanleg is uitgebracht.
- Bronpublicatie:
15-01-1998, Stb. 1998, 33 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken: 24692)
- Inwerkingtreding
01-02-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-1998, Stb. 1998, 34 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
De voorzitter kan ambtshalve of op vordering van de officier van justitie of op verzoek van de verdachte bepalen dat de vragen met betrekking tot de geestvermogens van de verdachte buiten diens tegenwoordigheid zullen worden gesteld en behandeld, en voorts dat de officier van justitie of de raadsman buiten de tegenwoordigheid van de verdachte betreffende diens geestvermogens het woord zal voeren.
2.
Na terugkeer van de verdachte in de zittingzaal wordt hem mededeling gedaan van wat tijdens zijn afwezigheid is voorgevallen.