Einde inhoudsopgave
Handreiking Administratieve Onteigeningsprocedure
3.7 Gedoogplichten in relatie tot onteigening
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2016
- Bronpublicatie:
16-01-2016, Internet 2016, www.rijkswaterstaat.nl (uitgifte: 16-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-2016, Internet 2016, www.rijkswaterstaat.nl (uitgifte: 16-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Algemeen
Onteigeningsrecht / Onteigening
Diverse wetten (o.a. de Belemmeringenwet Privaatrecht en de Waterwet) kennen gedoogplichten die het mogelijk maken om werken van algemeen belang te realiseren of in stand te houden op gronden van derden. De oplegging van een gedoogplicht is niet mogelijk als de belangen van de rechthebbenden onteigening vorderen. Uit de jurisprudentie op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht kunnen criteria worden afgeleid die er in grote lijnen op neer komen dat de rechter een vergelijking maakt tussen de oppervlakte van de gronden waarop de gedooglicht rust in relatie tot de oppervlakte van de gronden waarover de rechthebbende ter plaatse kan beschikken. Ook kijkt de rechter naar de invloed van de belemmering op de bruikbaarheid van het overblijvende. Zie in dit verband: ECLI:NL:RVS:2015:2592 (Variohippique) en ECLI:NL:RVS:2015:151 (Cortenoever). De Kroon conformeert zich aan deze jurisprudentie.
Aangezien onteigening als een ultimum remedium moet worden gezien toetst de Kroon of de verzoeker om onteigening een belang heeft bij eigendomsverkrijging als de verzoeker zijn plan ook kan verwezenlijken met een gedoogplicht. De verzoeker zou dit kunnen aantonen met een eigendommenbeleid.