Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1069/2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002
Artikel 27 Uitvoeringsmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 04-12-2009
- Bronpublicatie:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1069/2009)
- Inwerkingtreding
04-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1069/2009)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
Maatregelen ter uitvoering van deze afdeling en afdeling 1 van dit hoofdstuk worden vastgesteld wat betreft:
- a)
eisen inzake infrastructuur en uitrusting die binnen inrichtingen en bedrijven gelden;
- b)
hygiënevoorschriften die gelden voor alle soorten van hantering van dierlijke bijproducten en afgeleide producten, inclusief maatregelen tot wijziging van de hygiënevoorschriften voor inrichtingen of bedrijven in artikel 25, lid 1;
- c)
voorwaarden en technische voorschriften voor het hanteren, behandelen, omzetten, verwerken en opslaan van dierlijke bijproducten en afgeleide producten en voorwaarden voor de behandeling van afvalwater;
- d)
bewijzen die de exploitant moet overleggen voor de validering van de behandeling, omzetting en verwerking van dierlijke bijproducten of afgeleide producten, met betrekking tot het vermogen ervan om risico's voor de volksgezondheid en de diergezondheid te voorkomen;
- e)
voorwaarden voor het hanteren van dierlijke bijproducten of afgeleide producten van meer dan één categorie als bedoeld in de artikelen 8, 9 of 10 in hetzelfde bedrijf of dezelfde inrichting:
- i)
indien deze activiteiten afzonderlijk worden uitgevoerd;
- ii)
indien deze activiteiten tijdelijk worden uitgevoerd in bepaalde omstandigheden;
- f)
voorwaarden voor de voorkoming van versleping, wanneer dierlijke bijproducten worden opgeslagen, behandeld of verwerkt in een hiervoor bestemd gedeelte van een inrichting of bedrijf als bedoeld in artikel 26;
- g)
standaardomzettingsparameters voor biogas- en composteerinstallaties;
- h)
eisen die gelden voor verbranding of meeverbranding in installaties met lage en hoge capaciteit als bedoeld in artikel 24, lid 1, onder b) en c), en
- i)
eisen die gelden voor de verstoking van dierlijke bijproducten en afgeleide producten als bedoeld in artikel 24, lid 1, onder d).
Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 52, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.