Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1069/2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002
Artikel 26 Hantering van dierlijke bijproducten binnen levensmiddelenbedrijven
Geldend
Geldend vanaf 04-12-2009
- Bronpublicatie:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1069/2009)
- Inwerkingtreding
04-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1069/2009)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
De behandeling, verwerking of opslag van dierlijke bijproducten in inrichtingen die zijn erkend of geregistreerd overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 853/2004 of overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 852/2004, wordt uitgevoerd onder voorwaarden ter voorkoming van versleping en, indien nodig, in een hiervoor bestemd gedeelte van de inrichting.
2.
Grondstoffen voor de vervaardiging van niet voor menselijke consumptie bestemde gelatine en collageen mogen worden opgeslagen, behandeld of verwerkt in de inrichtingen die hiervoor specifiek zijn gemachtigd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004, bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, punt 5, en sectie XV, hoofdstuk I, punt 5, op voorwaarde dat het risico van besmetting met ziekten is voorkomen door scheiding van deze grondstoffen van de grondstoffen voor de vervaardiging van producten van dierlijke oorsprong.
3.
De toepassing van de leden 1 en 2 laat specifiekere bepalingen van de communautaire veterinaire wetgeving onverlet.