Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1069/2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002
Artikel 25 Algemene hygiënevoorschriften
Geldend
Geldend vanaf 04-12-2009
- Bronpublicatie:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1069/2009)
- Inwerkingtreding
04-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1069/2009)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
De exploitanten zorgen ervoor dat de inrichtingen of bedrijven onder hun controle die de in artikel 24, lid 1, onder a) en h), bedoelde activiteiten uitvoeren:
- a)
zo zijn gebouwd dat zij op efficiënte wijze kunnen worden schoongemaakt en ontsmet, waarbij de vloeren indien nodig zo zijn gelegd dat de afvoer van vloeistoffen wordt vergemakkelijkt;
- b)
toegang geven tot adequate voorzieningen voor persoonlijke hygiëne, zoals toiletten, kleedkamers en wasbakken voor het personeel;
- c)
voorzien zijn van adequate voorzieningen ter bescherming tegen schadelijke dieren zoals insecten, knaagdieren en vogels;
- d)
de installaties en apparatuur in goede staat houden en ervoor zorgen dat de meetapparatuur periodiek wordt geijkt, en
- e)
beschikken over adequate regelingen voor de schoonmaak en ontsmetting van de aanwezige containers en voertuigen, om besmettingsrisico te voorkomen.
2.
Iedereen die in de in lid 1 bedoelde inrichtingen of bedrijven werkt, draagt adequate, schone en, indien nodig, beschermende kleding.
Als dit in een bepaalde inrichting of bedrijf nodig is:
- a)
betreden personen die in een vuil gedeelte werken, het schone gedeelte niet zonder van tevoren hun arbeidskleding en schoenen te hebben gewisseld of gedesinfecteerd;
- b)
wordt de uitrusting en apparatuur niet van het vuile naar het schone gedeelte gebracht zonder eerst te worden schoongemaakt en ontsmet; alsmede
- c)
stelt de exploitant een procedure vast voor de bewegingen van personen om deze bewegingen te controleren en het correcte gebruik van voet- en wielbaden te beschrijven.
3.
In inrichtingen of bedrijven die de in artikel 24, lid 1, onder a), bedoelde activiteiten uitvoeren:
- a)
worden dierlijke bijproducten zo gehanteerd dat besmettingsrisico wordt voorkomen;
- b)
worden dierlijke bijproducten zo snel mogelijk verwerkt. Na verwerking worden afgeleide producten zo gehanteerd en opgeslagen dat besmettingsrisico wordt voorkomen;
- c)
worden alle delen van de dierlijke bijproducten en afgeleide producten, indien nodig, bij elke verwerking ervan gedurende een bepaalde tijdspanne[lees: tijdsspanne] op een bepaalde temperatuur gebracht en wordt herbesmettingsrisico voorkomen;
- d)
controleren de exploitanten regelmatig de relevante parameters (met name temperatuur, druk, tijd en omvang van de partikels), indien nodig met automatische apparaten;
- e)
worden voor alle gedeelten van de inrichtingen of bedrijven reinigingsprocedures opgesteld en schriftelijk vastgelegd.