Einde inhoudsopgave
Besluit Buitengewoon Strafrecht
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1991
- Bronpublicatie:
14-06-1990, Stb. 1990, 369 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: 16813 )
- Inwerkingtreding
01-01-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-1990, Stb. 1990, 582 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
In afwijking van het bepaalde in artikel 31, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bepaalt de rechter, wanneer ontzetting van rechten wordt uitgesproken, den duur als volgt:
- 1°
bij veroordeeling tot levenslange gevangenisstraf, voor het leven;
- 2°
bij veroordeeling tot tijdelijke gevangenisstraf, tot militaire detentie of tot hechtenis, voor een tijd den duur der hoofdstraf ten minste vijf jaren te boven gaande en ten hoogste voor het leven;
- 3°
bij veroordeeling tot geldboete, voor den tijd van ten minste drie jaren en ten hoogste voor het leven.