Einde inhoudsopgave
Gerechtsdeurwaarderswet
Artikel 1a [Register]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
11-05-2022, Stb. 2022, 186 (uitgifte: 19-05-2022, kamerstukken: 35733)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2024, Stb. 2024, 44 (uitgifte: 04-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Gerechtsdeurwaarder
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Er is een register voor gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders, dat wordt beheerd door het bestuur van de KBvG.
2.
In het register wordt iedere gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, toegevoegd gerechtsdeurwaarder en kandidaat-gerechtsdeurwaarder opgenomen onder vermelding van diens naam en plaats en datum van geboorte.
3.
In het register worden ten aanzien van de daarin geregistreerde personen, voor zover van toepassing, tevens de volgende gegevens opgenomen:
- a.
de benoeming van de gerechtsdeurwaarder, zijn ontslag of overlijden;
- b.
de waarneming, bedoeld in artikel 23;
- c.
een toevoeging als bedoeld in artikel 25 aan een gerechtsdeurwaarder;
- d.
een toevoeging als bedoeld in artikel 27 aan een gerechtsdeurwaarder;
- e.
de toestemming van de waarnemend gerechtsdeurwaarder op grond van de artikelen 25c, zesde lid, 28, zesde lid, of 29, tweede lid;
- f.
het proces-verbaal van de eed of belofte, bedoeld in artikel 9, vierde lid;
- g.
de handtekening en paraaf van de gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, toegevoegd gerechtsdeurwaarder en kandidaat-gerechtsdeurwaarder;
- h.
de plaats van vestiging van de gerechtsdeurwaarder;
- i.
de andere werkzaamheden en de nevenbetrekkingen van de gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, toegevoegd gerechtsdeurwaarder en kandidaat-gerechtsdeurwaarder die zijn opgegeven op grond van artikel 20, vierde lid;
- j.
een schorsing op grond van artikel 38, eerste of vijfde lid, dan wel artikel 51;
- k.
een onherroepelijke oplegging van een maatregel als bedoeld in artikel 43, tweede lid, en artikel 49, eerste lid;
- l.
het bij onherroepelijke uitspraak gegrond verklaarde bezwaar zonder oplegging van een maatregel, bedoeld in artikel 43, derde lid;
- m.
een onherroepelijke en onvoorwaardelijke oplegging van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 30b, tweede lid, en de artikelen 15 en 16 van de Wet kwaliteit incassodienstverlening.
4.
Onze Minister, het Bureau, de kamer voor gerechtsdeurwaarders en het gerechtshof Amsterdam, hebben ten behoeve van hun taakvervulling op grond van deze wet onbeperkte inzage.
5.
Het register ligt voor een ieder ter inzage, met uitzondering van de gegevens betreffende:
- –
de plaats en datum van geboorte van de ingeschrevene;
- –
de gegrondverklaring van een klacht zonder oplegging van een maatregel;
- –
de tuchtrechtelijke maatregelen van de waarschuwing, berisping of boete op grond van artikel 43, tweede lid, onderdelen a, b en c, tenzij toepassing is gegeven aan artikel 43, vierde lid;
- –
de tuchtrechtelijke maatregelen van artikel 49, eerste lid, voor zover een waarschuwing, berisping of boete is opgelegd; en
- –
de maatregelen die zijn opgelegd op grond van artikel 30b of de artikelen 15 en 16 van de Wet kwaliteit incassodienstverlening.
6.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de toepassing van het tweede en derde lid, de inrichting van het register, de wijze waarop het wordt beheerd, de inzage in het register en het verstrekken van gegevens uit het register door het bestuur van de KBvG. Het bestuur van de KBvG verstrekt op verzoek een gewaarmerkt afschrift of uittreksel tegen kostprijs.