Einde inhoudsopgave
Wet kwaliteit incassodienstverlening
Artikel 16 Bestuurlijke boete
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
11-05-2022, Stb. 2022, 186 (uitgifte: 19-05-2022, kamerstukken: 35733)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2024, Stb. 2024, 44 (uitgifte: 04-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Gerechtsdeurwaarder
Insolventierecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
1.
Onze Minister kan aan de overtreder een bestuurlijke boete opleggen in geval van overtreding van:
- a.
het bepaalde bij of krachtens artikel 11, 12 of 13;
- b.
artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
2.
Artikel 15, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
De bestuurlijke boete bedraagt:
- a.
in geval van overtreding van artikel 11, ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de eerste categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht;
- b.
in geval van overtreding van artikel 12, ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de tweede categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht;
- c.
in geval van overtreding van het bepaalde krachtens artikel 13, ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de derde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht;
- d.
in geval van overtreding van artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de tweede categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
4.
De artikelen 23, zevende lid, eerste zin, en achtste lid, van het Wetboek van Strafrecht en 6, eerste lid, laatste zin, van de Wet op de economische delicten zijn van overeenkomstige toepassing.
5.
De werking van het besluit tot oplegging van de boete wordt opgeschort totdat:
- a.
de bezwaartermijn is verstreken of, indien bezwaar is gemaakt, op het bezwaar is beslist, in geval van een boete van de derde of vierde categorie;
- b.
de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist, in geval van een boete van de vierde categorie.
6.
Artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht is niet van toepassing op de overtreding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.