Einde inhoudsopgave
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 6.39a Giften aan culturele instellingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 532 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36202)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 532 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36202)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
1.
Het bedrag van giften aan culturele instellingen wordt voor de bepaling van het voor de toepassing van deze afdeling in aanmerking te nemen bedrag verhoogd met 25%, doch ten hoogste met € 1250.
2.
Indien de belastingplichtige gedurende het gehele kalenderjaar een partner heeft of voor de toepassing van artikel 2.17 geacht wordt te hebben gehad, wordt de verhoging van 25% toegepast op het gezamenlijke bedrag aan giften aan culturele instellingen, waarbij de verhoging voor de belastingplichtige en zijn partner gezamenlijk op ten hoogste € 1.250 wordt gesteld.
3
Het in artikel 6.39, eerste en tweede lid, bedoelde maximum wordt verhoogd met het bedrag waarmee het bedrag van giften als bedoeld in artikel 6.35 ingevolge het eerste lid, onderscheidenlijk tweede lid, wordt verhoogd.