Einde inhoudsopgave
Landsverordening inkomstenbelasting [Aruba]
Artikel 16a [Aftrekbare buitengewone lasten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2008 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
18-12-2007, Afkondigingsblad van Aruba 2007, 112 (uitgifte: 19-12-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2007, Afkondigingsblad van Aruba 2007, 112 (uitgifte: 19-12-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Buitengewone lasten zijn de op de belastingplichtige drukkende uitgaven:
- a.
tot voorziening in het noodzakelijk levensonderhoud van eigen en aangehuwde kinderen en pleegkinderen voor wie geen kinderaftrek wordt genoten en van andere bloed- of aanverwanten in de rechte linie of in de tweede graad van de zijlinie voor zover die personen niet bij machte zijn zelf inkomsten ter voorziening in hun levensonderhoud te verwerven;
- b.
ter zake van ziekte, invaliditeit, bevalling en overlijden van de belastingplichtige, diens echtgenoot, diens eigen en aangehuwde kinderen en pleegkinderen en van diens bloed- of aanverwanten in de rechte linie of in de tweede graad van de zijlinie;
- c.
ter zake van zijn opleiding of studie voor een beroep.
2.
Mede zijn buitengewone lasten de op de belastingplichtige drukkende uitgaven tot voorziening in het noodzakelijk levensonderhoud van zieke of gebrekkige kinderen in de zin van artikel 23a, eerste lid, onderdeel c, die elders in een inrichting ter verpleging zijn opgenomen. Bij toepassing van deze bepaling wordt voor zulk een kind geen kinderaftrek verleend.
3.
De in het eerste en tweede lid bedoelde uitgaven worden in aanmerking genomen voor zover zij gezamenlijk meer bedragen dan vijf ten honderd van het onzuiver inkomen, nadat dit is verminderd met de persoonlijke lasten.
4.
Met betrekking tot gehuwde belastingplichtigen op wie artikel 20, eerste tot en met vijfde lid, van toepassing is, wordt onder onzuiver inkomen als bedoeld in het derde lid, verstaan de som van onzuivere inkomens van beide echtgenoten.