Einde inhoudsopgave
Landsverordening inkomstenbelasting [Aruba]
Artikel 10 [Activeringsplicht, niet aftrekbare ondernemingsuitgaven, vervangingsreserve]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2009
- Bronpublicatie:
17-08-2009, Afkondigingsblad van Aruba 2009, 75 (uitgifte: 02-09-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-08-2009, Afkondigingsblad van Aruba 2009, 75 (uitgifte: 02-09-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Uitgaven voor aankoop, stichting, verbetering of verandering van gronden, gebouwen, werktuigen, gereedschappen en andere goederen, die voor de uitoefening van het bedrijf of beroep worden gebruikt, uitgaven voor overneming, uitbreiding, verbetering of verandering van het bedrijf of beroep en andere uitgaven van die aard, worden niet als bedrijfs- of beroepskosten beschouwd.
2.
Uitgezonderd zijn:
- a.
de uitgaven nodig ter vervanging van goederen, waarop niet wordt afgeschreven, gebouwen niet daaronder begrepen;
- b.
de uitgaven tot aanschaffing van voorwerpen van geringe waarde, voor zover die uitgaven gewoonlijk tot de dagelijkse onkosten van het bedrijf of beroep worden gerekend.
3.
Voorts is geen aftrek toegelaten ter zake van het vormen of vergroten van een reservefonds of voor interest van eigen kapitaal.
4.
In afwijking van het bepaalde in het derde lid kan, ingeval vergoedingen wegens verlies of beschadiging van een niet in het tweede lid, onderdeel b, bedoeld bedrijfsmiddel of de opbrengst bij vervreemding van zodanig bedrijfsmiddel de boekwaarde van dat bedrijfsmiddel dan wel van het beschadigde gedeelte overtreffen, bij het bepalen van de in een kalenderjaar genoten winst in elk geval, indien en zolang het voornemen tot vervanging of herstel van het bedrijfsmiddel bestaat, het verschil gereserveerd worden en blijven tot vermindering van de in aanmerking te nemen kosten van vervanging of herstel. Het bepaalde in de eerste volzin vindt overeenkomstige toepassing ingeval aan het voornemen tot vervanging van het bedrijfsmiddel reeds vóór de vervreemding gevolg is gegeven. De reserve wordt, voor zover zij het verschil tussen de kosten van vervanging of herstel en de boekwaarde van het verlorengegane of vervreemde bedrijfsmiddel dan wel het beschadigde gedeelte daarvan overtreft, in de winst opgenomen.
5.
De op de voet van het vierde lid gevormde reserve wordt uiterlijk in het vierde kalenderjaar, volgende op dat waarin de reserve is ontstaan, in de winst opgenomen, tenzij voor de vervanging of het herstel een langer tijdvak vereist is dan wel de vervanging of het herstel, mits daaraan een begin van uitvoering is gegeven, door bijzondere omstandigheden is vertraagd.
6.
Bij het staken van een bedrijf of beroep dan wel bij overdracht of liquidatie van het gedeelte waartoe de in het vierde lid bedoelde reserve behoort, wordt deze reserve aangemerkt als een voordeel in de zin van artikel 6, tweede lid, onderdeel d.