Einde inhoudsopgave
Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 6.1 Betekenis bewijs van vakbekwaamheid
Geldend
Geldend vanaf 26-11-2011
- Bronpublicatie:
25-11-2011, Stcrt. 2011, 21420 (uitgifte: 28-11-2011, regelingnummer: 244708)
- Inwerkingtreding
26-11-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2011, Stb. 2011, 549 (uitgifte: 25-11-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 24-03-2011, Stb. 235.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 71, eerste lid, van de wet geeft aan dat de houder:
- a.
voldoende op de hoogte is wanneer en onder welke omstandigheden het gebruik van de gewasbeschermingsmiddelen of biociden verantwoord is;
- b.
voldoende op de hoogte is van de gevaren welke het gebruik met zich meebrengt en van de wijze waarop deze gevaren kunnen worden voorkomen;
- c.
voor zover het een bewijs van vakbekwaamheid voor gewasbeschermingsmiddelen betreft, voldoende kennis heeft van de onderwerpen, genoemd in bijlage I bij richtlijn 2009/128/EG, rekening houdend met de taken en verantwoordelijkheden die behoren bij zijn functie.
2.
Indien het bewijs van vakbekwaamheid slechts betrekking heeft op bepaalde gewasbeschermingsmiddelen of biociden, op bepaalde toepassingen dan wel op de behandeling van bepaalde ruimten of terreinen, wordt de betrokkene slechts te dien aanzien als houder van een bewijs van vakbekwaamheid aangemerkt.