Einde inhoudsopgave
Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 6.4 Bewijs van vakbekwaamheid biociden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
10-11-2018, Stcrt. 2018, 64865 (uitgifte: 13-11-2018, regelingnummer: WJZ/18269405)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-11-2018, Stcrt. 2018, 64865 (uitgifte: 13-11-2018, regelingnummer: WJZ/18269405)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De aanvraag voor een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van het besluit, wordt ingediend bij de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Bij de aanvraag worden de volgende bescheiden overgelegd:
- a.
een naar behoren ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;
- b.
een goed leesbare kopie van het identiteitsbewijs van de aanvrager, en
- c.
een gewaarmerkt afschrift van een behaald diploma of certificaat, of
- d.
een gewaarmerkt afschrift van een bekwaamheidsattest of opleidingstitel, die door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat is erkend op grond van artikel 6 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.
2.
Ten behoeve van migrerende beroepsbeoefenaren, bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties kan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat opleidingstitels of bekwaamheidsattesten erkennen.
3.
De migrerende beroepsbeoefenaar legt aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de documenten, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdelen a, b, c, en e, van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties over ten behoeve van de erkenning, bedoeld in het tweede lid.
4.
De tijdelijke en incidentele dienstverrichter, bedoeld in artikel 21 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, verstrekt voorafgaand aan zijn eerste dienstverrichting met behulp van biociden waarvoor een bewijs van vakbekwaamheid is voorgeschreven in Nederland aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de documenten, bedoeld in artikel 23, derde lid, onderdelen a tot en met d, van die wet.
5.
In geval van toepassing van artikel 27, derde lid, van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties beoordeelt de Minister van Infrastructuur en Waterstaat of een door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aangewezen instantie of de dienstverrichter, bedoeld in het vierde lid, over voldoende kennis en vaardigheden beschikt.
6.
Een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van het besluit, ten aanzien van het afweren of bestrijden van een dierplaag, het bestrijden van houtrotverwekkende schimmel, gassingsleider of gasmeetdeskundige, wordt verstrekt indien de gebruiker met goed gevolg theorie- en praktijkexamens heeft afgelegd, die voldoen aan de eindtermen voor onderwijs, bedoeld in bijlage VI, onderdeel A, of bijlage VII, en daartoe een getuigschrift van Stichting Examen- en Certificeringsinstituut Plaagdierpreventie, of Stichting Certificeringsinstituut Plaagdierbeheersing, Milieu en Volksgezondheid heeft ontvangen.
7.
De kosten voor een bewijs van vakbekwaamheid bedragen voor een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in bijlage VI, onderdeel A, ten hoogste € 45,–, exclusief de kosten van scholing. De kosten voor een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in bijlage VI, onderdeel B, bedragen ten hoogste € 50,–, exclusief de kosten van nascholing.
8.
Een bewijs van vakbekwaamheid wordt ambtshalve verlengd als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van het besluit, indien wordt voldaan aan de eindtermen voor onderwijs, bedoeld in bijlage VI, onderdeel B, of bijlage VII.
9.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat kan een bewijs van vakbekwaamheid biociden intrekken indien de houder ervan niet voldoet aan de eindtermen voor onderwijs, bedoeld in bijlagen VI of VII. Artikel 6.3b, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
10.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat kan een bewijs van vakbekwaamheid biociden intrekken op grond van artikel 85, derde lid, van de wet. Artikel 6.3b, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.