Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1301/2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling ‘Investeren in groei en werkgelegenheid’
Artikel 12 Ultraperifere gebieden
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2013
- Bronpublicatie:
17-12-2013, PbEU 2013, L 347 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: 1301/2013)
- Inwerkingtreding
21-12-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2013, PbEU 2013, L 347 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: 1301/2013)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Artikel 4 is niet van toepassing op de specifieke aanvullende toewijzing voor ultraperifere gebieden. Die toewijzing wordt gebruikt ter compensatie van de extra kosten die, in verband met de in artikel 349 VWEU bedoelde bijzondere kenmerken en beperkingen, in de ultraperifere gebieden ontstaan, bij de ondersteuning van:
- a)
de in artikel 9, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 omschreven thematische doelstellingen;
- b)
goederenvervoersdiensten en starterssteun voor vervoersdiensten;
- c)
acties die verband houden met opslagbeperkingen, overdimensionering en onderhoud van productiemiddelen, en het gebrek aan menselijk kapitaal op de plaatselijke arbeidsmarkt.
2.
De specifieke aanvullende toewijzing bedoeld in lid 1 mag ook worden gebruikt om exploitatiesteun en uitgaven voor openbaredienstverplichtingen en overheidsopdrachten voor dienstverlening in de ultraperifere gebieden te helpen financieren.
3.
Het bedrag waarvoor het medefinancieringspercentage geldt, is uitsluitend in het geval van exploitatiesteun en uitgaven voor openbaredienstverplichtingen en overheidsopdrachten voor dienstverlening evenredig aan de in lid 1 bedoelde extra kosten voor de begunstigde, maar kan in het geval van investeringsuitgaven de totale in aanmerking komende kosten bestrijken.
4.
De specifieke aanvullende toewijzing bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt niet gebruikt ter ondersteuning van:
- a)
acties voor producten opgesomd in bijlage I bij het VWEU;
- b)
steunmaatregelen voor personenvervoer die zijn toegestaan uit hoofde van artikel 107, lid 2, onder a), VWEU;
- c)
belastingvrijstellingen en vrijstelling van sociale lasten.
5.
In afwijking van artikel 3, lid 1, onder a) en b), kan het EFRO steun verlenen aan productieve investeringen in ondernemingen in ultraperifere regio's, ongeacht de omvang van die ondernemingen.
6.
Artikel 4 is niet van toepassing op het EFRO-aandeel van het totaalbedrag van Mayotte als een ultraperifere regio in de zin van artikel 349 VWEU, en ten minste 50 % van dat EFRO-aandeel wordt toegewezen aan de in artikel 9, eerste alinea, punten 1, 2, 3, 4 en 6, van Verordening (EU) nr. 1303 /2013 vastgestelde thematische doelstellingen.