Einde inhoudsopgave
Vissersvaartuigenbesluit 2002
Artikel 5.38 Brandblustoestellen
Geldend
Geldend vanaf 20-02-2002
- Bronpublicatie:
11-01-2002, Stb. 2002, 60 (uitgifte: 19-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-02-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-01-2002, Stb. 2002, 60 (uitgifte: 19-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Een brandblustoestel is van een goedgekeurd type. De inhoud van een voorgeschreven draagbaar brandblustoestel met vloeibare blusstof mag niet groter zijn dan 13,5 l en niet kleiner dan 9 l. Een brandblustoestel met een andere blusstof is ten minste even goed draagbaar als een toestel met vloeibare blusstof van 13,5 l en het blusvermogen is ten minste gelijkwaardig aan dat van een dergelijk toestel met een blusstof van 9 l. De gelijkwaardigheid van brandblustoestellen wordt bepaald door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie.
2.
Het aantal aan boord aanwezige reservevullingen is ten genoegen van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie.
3.
Brandblustoestellen, gevuld met een blusstof die naar het oordeel van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie hetzij uit zichzelf, hetzij onder te verwachten gebruiksomstandigheden zodanige hoeveelheden giftige gassen afgeeft dat dit schadelijk is voor de gezondheid, zijn aan boord niet toegestaan.
4.
Brandblustoestellen worden periodiek nagezien en worden onderworpen aan de tests die door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie zijn voorgeschreven.
5.
Een van de draagbare brandblustoestellen die voor het gebruik in een bepaalde ruimte zijn bestemd, is nabij de toegang tot die ruimte geplaatst.