Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/796 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie
Artikel 58 Beroep tegen beslissingen en nalaten te handelen
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Inwerkingtreding
15-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Voor een kamer van beroep kan beroep worden aangetekend tegen beslissingen van het Bureau op grond van de artikelen 14, 20, 21 en 22, of indien het Bureau nalaat te handelen binnen de gestelde termijnen, en nadat de in artikel 60 bedoelde prejudiciële herziening is voltooid.
2.
Een ingevolge lid 1 aangetekend beroep heeft geen schorsende werking. Op verzoek van de betrokken partijen kan de kamer van beroep echter beslissen dat het ingestelde beroep schorsende werking heeft indien zij van mening is dat de omstandigheden, zoals de gevolgen voor de veiligheid, dat toelaten. In dat geval motiveert de kamer van beroep haar beslissing.