Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/796 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie
Artikel 52 Programmeringsdocument
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Inwerkingtreding
15-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
De raad van bestuur stelt uiterlijk op 30 november van elk jaar het programmeringsdocument met jaar- en meerjarenprogramma's vast, rekening houdend met het advies van de Commissie, en zendt dit aan de lidstaten, het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de in artikel 38 bedoelde netwerken. In het jaarprogramma staan de acties die het Bureau het komende jaar zal uitvoeren.
De raad van bestuur stelt passende procedures vast voor de vaststelling van het programmeringsdocument, waaronder voor het overleg met de belanghebbende partijen.
2.
Het programmeringsdocument wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie en wordt, indien nodig, dienovereenkomstig aangepast.
Indien de Commissie binnen 15 dagen na de datum van vaststelling van het programmeringsdocument te kennen geeft het daarmee niet eens te zijn, bestudeert de raad van bestuur het programma opnieuw en stelt hij het eventueel gewijzigde document binnen twee maanden in tweede lezing vast, hetzij met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden, met inbegrip van alle vertegenwoordigers van de Commissie, hetzij met eenparigheid van stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten.
3.
In het jaarlijkse werkprogramma van het Bureau worden voor elke activiteit de doelstellingen vermeld. In algemene zin wordt voor elke activiteit een duidelijk verband gelegd met de budgettaire en personele middelen die voor de uitvoering daarvan vereist zijn, overeenkomstig de principes van activiteitsgestuurd begroten en management en de vroegtijdige effectbeoordelingsprocedure van artikel 8, lid 2.
4.
Indien nodig wijzigt de raad van bestuur het vastgestelde programmeringsdocument wanneer een nieuwe taak aan het Bureau wordt opgedragen. Een dergelijke nieuwe taak kan pas worden toegevoegd nadat overeenkomstig artikel 8, lid 2, een analyse is gemaakt van de gevolgen voor de personele en budgettaire middelen; in voorkomend geval kan worden beslist om andere taken uit te stellen.
5.
Het meerjarige werkprogramma van het Bureau omvat de algemene strategische programmering, met inbegrip van doelstellingen, beoogde resultaten en prestatie-indicatoren. Het behelst ook de programmering van de middelen, met inbegrip van de meerjarige begroting en het personeel. Het Europees Parlement wordt over het ontwerp van meerjarig werkprogramma geraadpleegd.
Deze programmering van de middelen wordt jaarlijks bijgewerkt. De strategische programmering wordt bijgewerkt wanneer dat nodig is, met name om rekening te houden met de resultaten van de in artikel 82 bedoelde evaluatie en herziening.