Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/796 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie
Artikel 49 Vergaderingen
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Inwerkingtreding
15-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
De vergaderingen van de raad van bestuur vinden plaats overeenkomstig zijn reglement van orde en worden door de voorzitter bijeengeroepen. De uitvoerend directeur van het Bureau neemt deel aan de vergaderingen, tenzij dat zou kunnen leiden tot een belangenconflict, zoals vastgesteld door de voorzitter, of tenzij de raad van bestuur een besluit moet nemen met betrekking tot artikel 70, overeenkomstig artikel 51, lid 1, onder i).
De raad van bestuur kan eenieder wiens advies van belang kan zijn, uitnodigen om als waarnemer deel te nemen aan specifieke agendapunten van zijn vergaderingen.
2.
De raad van bestuur komt ten minste tweemaal per jaar bijeen. Voorts komt hij bijeen op initiatief van zijn voorzitter, dan wel op verzoek van de Commissie, de meerderheid van zijn leden of van een derde van de vertegenwoordigers van de lidstaten in de raad van bestuur.
3.
Indien specifieke agendapunten vertrouwelijk zijn of er belangenconflicten bestaan, kan de raad van bestuur beslissen om deze te bespreken zonder dat de betrokken leden daarbij aanwezig zijn. Dit laat onverlet dat de lidstaten en de Commissie zich door een plaatsvervanger of enig ander persoon kunnen laten vertegenwoordigen. Gedetailleerde voorschriften voor de toepassing van deze bepaling worden vastgelegd in het reglement van orde van de raad van bestuur.