Einde inhoudsopgave
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds
Bijlage I Ter Meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013
Geldend
Geldend vanaf 02-06-2006
- Redactionele toelichting
Bijlage I ter is als Bijlage 1 ter gepubliceerd.
- Bronpublicatie:
02-06-2006, Trb. 2006, 207 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: 1/2006)
- Inwerkingtreding
02-06-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-06-2006, Trb. 2006, 207 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: 1/2006)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1
Voor de doelstellingen vermeld in deze overeenkomst en voor de periode vanaf 1 januari 2008 bedraagt de totale financiële steun aan de ACS-staten binnen dit meerjarig financieel kader 23,966 miljard EUR, zoals bepaald in de punten 2 en 3.
2
Het bedrag van 21,966 miljard EUR uit hoofde van het tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) komt beschikbaar op het moment van inwerkingtreding van het meerjarig financieel kader. Het bedrag wordt verdeeld over de volgende samenwerkingsinstrumenten:
- a.
17,766 miljard EUR voor de financiering van nationale en regionale indicatieve programma's. Hiermee worden gefinancierd:
- i.
de nationale indicatieve programma s van de ACS-staten, overeenkomstig de artikelen 1 tot en met 5 van bijlage IV bij deze overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer;
- ii.
regionale indicatieve programma s ter ondersteuning van de regionale en interregionale samenwerking en integratie van de ACS-staten, overeenkomstig de artikelen 6 tot en met 11, artikel 13, lid 1, en artikel 14 van bijlage IV bij deze overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer;
- b.
2,7 miljard EUR voor de financiering van intra-ACS- en interregionale samenwerking tussen veel of alle ACS-staten, overeenkomstig artikel 12, artikel 13, lid 2, en artikel 14 van bijlage IV bij deze overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer. Dit bedrag omvat structurele steun aan de gezamenlijke instellingen: het COB en het TCLP, zoals bedoeld in bijlage III bij deze overeenkomst en overeenkomstig de in die bijlage bepaalde regels en procedures aan toezicht onderworpen, en de Paritaire Parlementaire Vergadering, zoals bedoeld in artikel 17 van de overeenkomst. Het omvat tevens de financiering van de huishoudelijke uitgaven van het in protocol 1, punten 1 en 2, bij deze overeenkomst bedoelde ACS-secretariaat;
- c.
1,5 miljard EUR voor de financiering van de investeringsfaciliteit, overeenkomstig de in bijlage II (financieringsvoorwaarden) bij deze overeenkomst omschreven procedures en voorwaarden, waaronder een aanvullende bijdrage van 1,1 miljard EUR aan de investeringsfaciliteit in de vorm van een roterend fonds en 0,4 miljard EUR voor de financiering van rentesubsidies zoals bedoeld in de artikelen 2 en 4 van die bijlage, gedurende de looptijd van het tiende EOF.
3
De in het kader van de investeringsfaciliteit gefinancierde acties en de daarmee verband houdende rentesubsidies worden beheerd door de Europese Investeringsbank (EIB). In aanvulling op het tiende EOF zal de EIB een bedrag van ten hoogste 2 miljard EUR beschikbaar stellen in de vorm van leningen uit eigen middelen. Deze middelen worden verstrekt voor de doeleinden die uiteen worden gezet in bijlage II bij deze overeenkomst, overeenkomstig de voorwaarden van de statuten van de EIB en de desbetreffende bepalingen van de voorwaarden voor de financiering van investeringen, zoals die zijn vastgesteld in bovengenoemde bijlage. Alle andere middelen in het kader van dit meerjarig financieel kader worden door de Commissie beheerd.
4
De resterende bedragen van het negende EOF en de eerdere EOF s kunnen na 31 december 2007 of na de inwerkintreding van het onderhavige meerjarig financieel kader (als dat later is) niet meer worden vastgelegd tenzij de Raad van de Europese Unie met eenparigheid van stemmen een andersluidend besluit neemt, hetzelfde geldt voor middelen die onder deze EOF s aan projecten waren toegewezen, maar na de genoemde datum worden geannuleerd, met uitzondering van de resterende middelen en de na die datum geannuleerde middelen van het stelsel voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwproducten (STABEX) in verband met EOF s voorafgaand aan het negende EOF en resterende bedragen en terugbetalingen van middelen die waren toegewezen aan de investeringsfaciliteit, met uitzondering van de daarmee verband houdende rentesubsidies. De middelen die eventueel worden vastgelegd na 31 december 2007 doch voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst, zoals hierboven bedoeld, worden uitsluitend gebruikt om ervoor te zorgen dat de EU-administratie kan blijven werken en om de lopende kosten te dekken voor de instandhouding van lopende projecten tot de inwerkingtreding van het tiende EOF.
5
Het totaalbedrag voor het onderhavige meerjarig financieel kader is bestemd voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2013. Tenzij de Raad van de Europese Unie, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen een andersluidend besluit neemt, kunnen de middelen uit hoofde van het tiende EOF, met uitzondering van middelen voor de investeringsfaciliteit, daarmee verband houdende rentesubsidies niet inbegrepen, niet na 31 december 2013 worden vastgelegd.
6
Het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs kan namens de ACS-EG-Raad van Ministers binnen het totaalbedrag van het meerjarig financieel kader passende maatregelen nemen om te voldoen aan de programmeringsbehoeften van de in punt 2 beschreven samenwerkingsinstrumenten, waaronder de herverdeling van middelen tussen de verschillende toewijzingen.
7
De partijen voeren een prestatie-evaluatie uit om te beoordelen in hoeverre de vastleggingen en betalingen zijn gerealiseerd en wat het resultaat en het effect van de steun zijn. Die evaluatie wordt uitgevoerd op grond van een door de Commissie in 2010 op te stellen voorstel. De prestatie-evaluatie vormt de grondslag voor het besluit over het bedrag van de financiële samenwerking na 2013.
8
Elke lidstaat kan de Commissie of de EIB vrijwillige bijdragen verschaffen om de doelstellingen van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst te ondersteunen. De lidstaten kunnen ook projecten of programma s cofinancieren, bijvoorbeeld in het kader van speciale initiatieven onder auspiciën van de Commissie of de EIB. Het ACS-eigendom op het nationale niveau van deze initiatieven dient gewaarborgd te zijn.