Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG
Artikel 16 Openbaarmaking van inlichtingen en bescheiden
Geldend
Geldend vanaf 13-11-2023
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2026.
- Bronpublicatie:
17-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2226 (uitgifte: 24-10-2023, regelingnummer: 2023/2226)
- Inwerkingtreding
13-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2226 (uitgifte: 24-10-2023, regelingnummer: 2023/2226)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
Europees belastingrecht (V)
1.
De inlichtingen die de lidstaten elkaar krachtens deze richtlijn in enigerlei vorm verstrekken, vallen onder de geheimhoudingsplicht en genieten de bescherming waarin het nationale recht van de ontvangende lidstaat met betrekking tot soortgelijke inlichtingen voorziet. Deze inlichtingen mogen worden gebruikt voor de vaststelling, de toepassing en de handhaving van het nationale recht van lidstaten met betrekking tot de in artikel 2 bedoelde belastingen, alsmede de btw, andere indirecte belastingen, douanerechten, de bestrijding van het witwassen van geld en van de financiering van terrorisme.
De inlichtingen kunnen tevens worden gebruikt voor de vestiging en executie van andere belastingen en rechten vallend onder artikel 2 van Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde belastingen, rechten en andere maatregelen (1), en voor de vestiging en executie van verplichte socialezekerheidsbijdragen.
De inlichtingen kunnen voorts worden gebruikt in mogelijk tot bestraffing leidende gerechtelijke en administratieve procedures wegens overtreding van de belastingwetgeving, onverminderd de algemene regels en de bepalingen betreffende de rechten van de verdachten en getuigen in dergelijke procedures.
2.
Met toestemming van de bevoegde autoriteit van de lidstaat die op grond van deze richtlijn inlichtingen verstrekt, en enkel voor zover het uit hoofde van het nationale recht van de lidstaat van de ontvangende bevoegde autoriteit is toegestaan, kunnen de op grond van deze richtlijn ontvangen inlichtingen en bescheiden voor andere dan de in lid 1 bedoelde doeleinden worden gebruikt. Dergelijke toestemming wordt verleend indien de inlichtingen voor soortgelijke doeleinden kunnen worden gebruikt in de lidstaat van de bevoegde autoriteit die de inlichtingen verstrekt.
De bevoegde autoriteit van elke lidstaat kan aan de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten een lijst meedelen van andere dan in lid 1 bedoelde doeleinden waarvoor overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat de inlichtingen en bescheiden kunnen worden gebruikt. De bevoegde autoriteit die inlichtingen en bescheiden ontvangt, kan de ontvangen inlichtingen en bescheiden zonder de in de eerste alinea van dit lid bedoelde toestemming gebruiken voor alle doeleinden die de inlichtingen verstrekkende lidstaat heeft meegedeeld.
De bevoegde autoriteit die inlichtingen en documenten ontvangt, kan de ontvangen inlichtingen en documenten zonder de in de eerste alinea van dit lid bedoelde toestemming ook gebruiken voor elk doel dat onder een op artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gebaseerde handeling valt en deze daartoe delen met de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor beperkende maatregelen in de betrokken lidstaat.
3.
De bevoegde autoriteit van een lidstaat die van oordeel is dat de van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat verkregen inlichtingen de bevoegde autoriteit van een derde lidstaat van nut kunnen zijn voor de in lid 1 beoogde doelen, mag de inlichtingen aan deze autoriteit doorgeven, op voorwaarde dat gebeurt in overeenstemming met de in deze richtlijn vastgelegde regels en procedures. Zij stelt de bevoegde autoriteit van de inlichtingen verstrekkende lidstaat in kennis van haar voornemen om die inlichtingen met een derde lidstaat te delen. De inlichtingen verstrekkende lidstaat kan zich hiertegen verzetten binnen vijftien kalenderdagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving van de lidstaat die de inlichtingen wenst te delen.
4.
Toestemming voor het gebruik overeenkomstig lid 2 van de overeenkomstig lid 3 doorgegeven inlichtingen kan slechts worden verleend door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan de inlichtingen afkomstig zijn.
5.
Inlichtingen, verslagen, verklaringen en andere bescheiden, alsook voor eensluidend gewaarmerkte afschriften of uittreksels daarvan, die door de aangezochte autoriteit zijn verkregen en overeenkomstig deze richtlijn aan de verzoekende autoriteit zijn doorgegeven, kunnen door de bevoegde instanties van de verzoekende lidstaat op dezelfde voet als bewijs worden aangevoerd als soortgelijke inlichtingen, verslagen, verklaringen en andere bescheiden die door een andere autoriteit van die lidstaat zijn verstrekt.
6.
Niettegenstaande de leden 1 tot en met 4 van dit artikel worden de inlichtingen die de lidstaten elkaar op grond van artikel 8 bis bis verstrekken, gebruikt voor de beoordeling van grote risico's inzake verrekenprijzen en andere risico's inzake grondslaguitholling en winstverschuiving, met inbegrip van het risico van niet-naleving van de voor verrekenprijzen geldende regels door de leden van de MNO-Groep, en, in voorkomend geval, voor economische en statistische analyse. Verrekenprijscorrecties door de belastingautoriteiten van de ontvangende lidstaat worden niet gebaseerd op de overeenkomstig artikel 8 bis bis uitgewisselde inlichtingen. Niettegenstaande het voorgaande is het niet verboden de inlichtingen die de lidstaten elkaar op grond van artikel 8 bis bis verstrekken, te gebruiken als basis voor verdere onderzoeken naar de verrekenprijsregelingen van de MNO-Groep of naar andere belastingaangelegenheden in het kader van een belastingcontrole en kunnen als gevolg daarvan de nodige aanpassingen worden aangebracht in het belastbare inkomen van een Groepsentiteit.
Voetnoten
PB L 84 van 31.3.2010, blz. 1.