Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG
Bijlage II Aanvullende rapportage- en due diligence-regels voor informatie over financiële rekeningen
Geldend
Geldend vanaf 05-01-2015
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
09-12-2014, PbEU 2014, L 359 (uitgifte: 16-12-2014, regelingnummer: 2014/107/EU)
- Inwerkingtreding
05-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2014, PbEU 2014, L 359 (uitgifte: 16-12-2014, regelingnummer: 2014/107/EU)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
Europees belastingrecht (V)
1. Wijziging in de omstandigheden
Een ‘wijziging in de omstandigheden’ is onder meer een wijziging die leidt tot de toevoeging van relevante informatie over de status van een persoon of die op enige andere wijze in strijd is met de status van die persoon. Bovendien omvat een wijziging in de omstandigheden elke wijziging van, of toevoeging van informatie aan, de rekening van de Rekeninghouder (met inbegrip van de toevoeging, vervanging of andere wijziging van een Rekeninghouder) of elke wijziging van, of toevoeging van informatie aan, een rekening die gelieerd is met de rekening (met toepassing van de aggregatieregels omschreven in onderdeel C, onder punten 1 tot en met 3, van deel VII van bijlage I als de verandering of toevoeging van informatie van invloed is op de status van de Rekeninghouder.
Indien een rapporterende financiële instelling zich heeft gebaseerd op de toets inzake het woonadres omschreven in onderdeel B, punt 1 van deel III van bijlage I en er is sprake van een verandering in de omstandigheden waardoor de rapporterende financiële instelling weet of redenen heeft om te weten dat de oorspronkelijke bewijsstukken (of andere gelijkwaardige documentatie) onjuist of onbetrouwbaar zijn, moet de rapporterende financiële instelling uiterlijk op de laatste dag van het desbetreffende kalenderjaar of een andere geschikte rapportageperiode, of 90 dagen na de bekendmaking of de ontdekking van een dergelijke wijziging in de omstandigheden, indien dit later is, een verklaring en nieuwe bewijsstukken verkrijgen voor het bepalen van de fiscale woonplaats(en) van de rekeninghouder. Indien de rapporterende financiële instelling de verklaring en de nieuwe bewijsstukken niet uiterlijk op die datum kan verkrijgen, moet de rapporterende financiële instelling de elektronische zoekprocedure gebruiken zoals omschreven in onderdeel B, onder punten 2 tot en met 6 van deel III van bijlage I.
2. Verklaring voor nieuwe entiteitsrekeningen
Met betrekking tot nieuwe entiteitsrekeningen kan een rapporterende financiële instelling, om vast te stellen of een uiteindelijk belanghebbende bij een passieve NFE een te rapporteren persoon is, zich uitsluitend baseren op een verklaring van de rekeninghouder of de uiteindelijk belanghebbende.
3. Vestigingsplaats van een financiële instelling
Een financiële instelling is een ‘ingezetene’ van een lidstaat, indien zij is onderworpen aan de jurisdictie van die lidstaat (d.w.z. dat de lidstaat rapportage door de financiële instelling kan afdwingen). In het algemeen geldt dat, wanneer een financiële instelling voor fiscale doeleinden een ingezetene is van een lidstaat, zij onderworpen is aan de jurisdictie van die lidstaat, en dus een financiële instelling van de lidstaat is. In het geval van een trust die een financiële instelling is (ongeacht of zij voor fiscale doeleinden een ingezetene is van een lidstaat) wordt de trust geacht onder de jurisdictie van een lidstaat te vallen indien een of meer van de trustees ingezetenen zijn van deze lidstaat, tenzij de trust alle informatie die krachtens deze richtlijn met betrekking tot te rapporteren rekeningen van de trust moet worden vermeld, aan een andere lidstaat verstrekt omdat zij voor fiscale doeleinden een ingezetene is van die andere lidstaat. Wanneer een financiële instelling (anders dan een trust) echter geen fiscale vestigingsplaats heeft (bv. omdat zij wordt behandeld als fiscaal transparant, of gevestigd is in een rechtsgebied dat geen inkomstenbelasting kent), wordt zij geacht onder de jurisdictie van een lidstaat te vallen en is zij dus een financiële instelling van een lidstaat indien:
- a)
zij is opgericht in overeenstemming met de wetten van de lidstaat;
- b)
haar leiding (inclusief de werkelijke leiding) zich in de lidstaat bevindt, of
- c)
zij valt onder het financieel toezicht in de lidstaat.
Wanneer een financiële instelling (anders dan een trust) een ingezetene is van twee of meer lidstaten, is die financiële instelling onderworpen aan de rapportage- en due diligence-verplichtingen van de lidstaat waar zij de financiële rekening/rekeningen aanhoudt.
4. Aangehouden rekening
In het algemeen wordt een rekening geacht te worden aangehouden door de volgende financiële instelling:
- a)
in het geval van een bewaarrekening, door de financiële instelling die het beheer heeft over de activa op de rekening (met inbegrip van een financiële instelling die activa aanhoudt namens een rekeninghouder in die instelling);
- b)
in het geval van een depositorekening, door de financiële instelling die verplicht is tot het doen van betalingen met betrekking tot de rekening (met uitzondering van een gevolmachtigde van een financiële instelling, ongeacht of die gevolmachtigde een financiële instelling is);
- c)
in het geval van aandelen in of schuldvorderingen op een financiële instelling die een financiële rekening vormen, door die financiële instelling;
- d)
in het geval van een kapitaalverzekering of een lijfrenteverzekering, door de financiële instelling die verplicht is tot het doen van betalingen met betrekking tot de verzekering.
5. Trusts die passieve NFE's zijn
Een entiteit zoals een samenwerkingsverband, een samenwerkingsverband met beperkte aansprakelijkheid of een soortgelijke juridische constructie zonder fiscale vestigingsplaats, overeenkomstig onderdeel D, punt 3, van deel VIII van bijlage I, wordt behandeld als een ingezetene van het rechtsgebied waar de plaats van de werkelijke leiding ervan is gelegen. In dit verband wordt een rechtspersoon of juridische constructie gezien als ‘soortgelijk’ aan een samenwerkingsverband en een samenwerkingsverband met beperkte aansprakelijkheid, wanneer deze in een lidstaat niet worden behandeld als een fiscale eenheid volgens de belastingwetgeving van die lidstaat. Om dubbele rapportage te vermijden (gelet op de ruime reikwijdte van de term ‘uiteindelijk belanghebbende’ in het geval van trusts), kan een trust die een passieve NFE is, echter niet worden gezien als een soortgelijke juridische constructie.
6. Adres van het hoofdkantoor van de Entiteit
Een van de vereisten bedoeld in onderdeel E, punt 6, onder c), van deel VIII van bijlage I is dat, met betrekking tot een entiteit, de officiële documentatie het adres bevat van het hoofdkantoor van de entiteit in de lidstaat of ander rechtsgebied waarvan zij stelt een ingezetene te zijn of in de lidstaat of andere rechtsgebied waar de entiteit is opgericht of georganiseerd. Het adres van het hoofdkantoor van de entiteit is in het algemeen de plaats waar zich de werkelijke leiding ervan bevindt. Het adres van een financiële instelling waar de entiteit een rekening heeft, een postbusadres, of een adres dat uitsluitend wordt gebruikt als postadres is niet het adres van het hoofdkantoor van de entiteit, tenzij dit adres het enige adres is dat door de entiteit wordt gebruikt en dat in de statutaire documenten van de entiteit staat vermeld als haar geregistreerde adres. Verder is een adres dat wordt opgegeven als poste-restanteadres niet het adres van het hoofdkantoor van de entiteit.