Einde inhoudsopgave
Kernenergiewet
Artikel 29a
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2017
- Bronpublicatie:
26-04-2016, Stb. 2016, 180 (uitgifte: 20-05-2016, kamerstukken: 34219)
- Inwerkingtreding
01-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2017, Stb. 2017, 312 (uitgifte: 19-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
Op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een vergunning krachtens artikel 29 zijn afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing.
2.
In afwijking van het eerste lid zijn afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer niet van toepassing op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een vergunning krachtens artikel 29:
- a.
voor het vervoeren, het voorhanden hebben bij opslag in verband met het vervoer, het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen of doen brengen van radioactieve stoffen, dan wel het voorhanden hebben of zich ontdoen van zodanige stoffen die zullen ontstaan tijdens het gebruik van splijtstoffen in een inrichting of uitrusting, ten aanzien waarvan een vergunning krachtens artikel 15, onder b of c, is vereist;
- b.
voor het bereiden, voorhanden hebben, toepassen of zich ontdoen van radioactieve stoffen in overeenkomstige gevallen als bedoeld in artikel 17, derde lid;
- c.
voor medische toepassingen, indien naar het oordeel van de Autoriteit het belang van de patiënt onverwijlde toepassing van die stoffen vereist.
In gevallen als bedoeld in de eerste volzin is met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een vergunning.
3.
De artikelen 15c, eerste lid, 16 en 17a zijn van overeenkomstige toepassing.