Einde inhoudsopgave
Kernenergiewet
Artikel 33
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 176 (uitgifte: 09-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
Ieder, die zonder daartoe bevoegd te zijn radioactieve stoffen dan wel stoffen, waarvan hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het radioactieve stoffen zijn, onder zich heeft of krijgt, is verplicht daarvan terstond aangifte te doen bij de Autoriteit.
2.
De Autoriteit geeft van de gedane aangifte kennis aan de burgemeester van de gemeente, waar die goederen zich bevinden.
3.
De krachtens artikel 58, eerste lid, onderdeel b, aangewezen ambtenaren en de Autoriteit zijn bevoegd met betrekking tot ongeoorloofd aanwezig bevonden radioactieve stoffen en de voorwerpen, welke tot hun verpakking of berging dienen of hebben gediend, een last onder bestuursdwang op te leggen.
4.
Door toepassing van bestuursdwang in bezit genomen goederen worden overgedragen aan een door de Autoriteit aan te wijzen instelling of persoon. Deze doet van de overdracht mededeling in de Staatscourant. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een aanwijzing.
5.
De artikelen 23 en 24 zijn van overeenkomstige toepassing.