Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
3.2 Tweede voorwaarde: de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, worden door de steun niet zodanig veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(65)
Overeenkomstig artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag kan steun om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken, verenigbaar met de interne markt worden verklaard ‘mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad’.
(66)
In deze afdeling wordt uiteengezet volgens welke methode de Commissie haar discretionaire bevoegdheid uitoefent bij de beoordeling in het licht van de tweede voorwaarde van de in punt (39), b), bedoelde verenigbaarheidsbeoordeling.
(67)
Elke steunmaatregel veroorzaakt, naar zijn aard zelf, verstoringen van de mededinging en beïnvloedt het handelsverkeer tussen de lidstaten. Om vast te stellen of de verstorende effecten van de steun tot het minimum beperkt blijven, zal de Commissie echter nagaan of de steun noodzakelijk, passend, evenredig en transparant is.
(68)
De Commissie zal dan het verstorende effect van de desbetreffende steun op de mededingings- en handelsvoorwaarden beoordelen. Vervolgens zal de Commissie de positieve effecten van de steun afwegen tegen de negatieve effecten op de mededinging en het handelsverkeer. Wanneer de positieve effecten opwegen tegen de negatieve effecten, zal de Commissie de steun verenigbaar verklaren.
(69)
De vraag of de steun voldoet aan de voorwaarden van de afdelingen 3.2.1 tot en met 3.2.5 van dit hoofdstuk moet worden beoordeeld met inachtneming van de specifieke context van het GLB.
Onbenoemd 3.2.1 Noodzaak van overheidsmaatregelen
Onbenoemd 3.2.2 Geschiktheid van de steun
Onbenoemd 3.2.3 Evenredigheid van de steun
Onbenoemd 3.2.4 Transparantie
Onbenoemd 3.2.5 Vermijden van negatieve effecten die nadelig zijn voor de mededinging en het handelsverkeer
Onbenoemd 3.2.6 Afweging van de positieve en negatieve effecten van de steun (afwegingstoets)